





Broeders en zusters, ik ben er vast van overtuigd dat u inderdaad niets dan het goede wilt en dat uw inzicht nergens tekortschiet, zodat u ook in staat bent om elkaar terecht te wijzen. Ik heb u hier en daar nogal vrijmoedig geschreven, maar alleen om u te herinneren aan wat u al weet. Ik doe dat vanwege de genade die God mij geschonken heeft: ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidense volken zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest. Dat ik trots kan zijn op mijn werk voor God, dank ik aan Christus Jezus.
Ik mis de vrijmoedigheid om over iets anders te spreken dan wat Christus met het oog op de gehoorzaamheid van de volken door mij tot stand heeft gebracht – door wat ik heb gezegd en gedaan, door krachtige tekenen en wonderen die ik heb verricht door de macht van Gods Geest. Zo heb ik vanaf Jeruzalem tot aan Illyrië overal het evangelie van Christus verspreid. Daarbij heb ik er altijd een eer in gesteld het niet op plaatsen te verkondigen waar Christus al bekend was. Ik wilde niet op het fundament van een ander bouwen, want er staat geschreven: ‘Zij aan wie Hij niet verkondigd is, zullen zien; zij die niet over Hem hebben gehoord, zullen tot inzicht komen.’
«Opgenomen in de Krijtberg t.b.v. Bidden Onderweg» © Eigen opname Bidden Onderweg
«The space between» © Magnatune Magnatune license
Vocaal ensemble ChoRuss zingt The cherubic hymn. 'Wij die de mystiek van de Cherubim vertegenwoordigen, zingen deze hymne aan de levengevende drie-eenheid. Laten we nu alle aardse zorgen opzij leggen, zodat wij de Koning mogen ontvangen, begeleid door zijn engelen.’
De lezing van vandaag is genomen uit de brief van Paulus aan de gemeente in Rome, hoofdstuk 15 vanaf vers 14.
We denken vaak dat Paulus vooral goed was in het geven van aanwijzingen en leerregels aan de vroege christelijke gemeenschappen. We vergeten dan dat hij hen ook veelvuldig prijst. Dit gedeelte van zijn brief aan de gemeente in Rome staat bol van vaderlijke trots. Paulus heeft vertrouwen in zijn broeders en zusters omdat ‘het hen niet aan kennis ontbreekt, zodat zij ook in staat zijn om elkaar terecht te wijzen.’ Denk eens aan iemand uit jouw directe omgeving die jou inspireert om discipel te zijn; wees haar of hem dankbaar.
Tegenwoordig hebben veel mensen een negatief beeld van de Kerk. Welk aspect van de Kerk geeft jou hoop? Wat of wie inspireert je?
Paulus ziet dat Christus aanwezig komt in de leden van de vroege Kerk. Door ons ervaren anderen de aanwezigheid van Christus. Ben jij een ‘ambassadeur’ voor Christus? Zien en ervaren mensen zijn liefde in jou en door jou?
Als je opnieuw luistert naar de tekst, vraag je eens af: wat vraagt God van mij?
Paulus maakt ons helder dat we de opdracht hebben om het goede nieuws van God door te geven. Aan het einde van deze gebedstijd, vraag God om kracht en het vermogen om jouw talenten voor Hem in te zetten.