





Die dag zal zeker komen, brandend als een oven. Wie hoogmoedig zijn of wie zich goddeloos gedragen, zullen dan slechts stoppels zijn die door de hitte van die dag worden verschroeid – zegt de HEER van de hemelse machten. Geen wortel of tak zal er van hen overblijven. Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon van de gerechtigheid, die genezing in haar vleugels draagt, stralend opgaan. Huppelend als kalveren die op stal hebben gestaan zullen jullie naar buiten komen.
«Complete chants vol. 2» © Met permissie Permissie
Je luistert naar Veni Lumen Cordiam, van componist Margaret Rizza.
‘Kom, licht van mijn hart.’
Augustinus schreef ooit: ‘Het zijn slechte tijden, dat zeggen de mensen tenminste. Maar de tijden dat zijn wij, zoals wij zijn de tijden.’ Laat me nu voor een moment stilstaan bij de dingen die goed voor me zijn, zelfs in slechte tijden.
De lezing van vandaag is genomen uit de profeet Maleachi, hoofdstuk 3, vanaf vers 19.
Mensen die proberen hun geloof ten diepste te beleven voelen vaak hoe de woorden van Maleachi ook in hen leven: wat heb je eraan God te dienen? Het helpt je niet vooruit en wie het kwade doet lijkt daar geen schade van te ondervinden, integendeel. Spreek jij soms ook die ‘harde woorden’ tot God? Luistert Hij?
Wat voel je wanneer je hoort dat ‘de dag zeker zal komen’ dat kwaadwillenden gestraft zullen worden en dat voor diegenen die God eren ‘de zon stralend zal opgaan’?
Luister opnieuw naar het fragment. Welke ene zin valt je in het bijzonder op wanneer je ze hoort?
Wat zou je na het luisteren aan God willen zeggen? Praat met God over de gedachten die leven in je hart.