1 Johannes 2: 12-17
Kinderen, ik schrijf u dat uw zonden u vergeven zijn omwille van zijn naam. Ik schrijf u, ouderen: u kent Hem die er is vanaf het begin. Ik schrijf u, jongeren: u hebt hem die het kwaad zelf is overwonnen. Kinderen, ik schrijf u dus dat u de Vader kent. Ouderen, u schrijf ik: u kent Hem die er is vanaf het begin. Jongeren, u schrijf ik: u bent sterk, het woord van God blijft in u, en u hebt hem die het kwaad zelf is overwonnen. Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, want alles wat in de wereld is – begeerte, inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid.
Nood aan de vreugde van Kerst
De gemeenschap van Taize zingt het lied Jubilate, servite. “Verheug u op de Heer over de hele wereld, dien Hem met blijdschap.”
De lezing van vandaag is genomen uit de eerste brief van Johannes, hoofdstuk 2, vanaf vers 12.
Dit is de periode van Kerstmis en misschien word je er nog steeds door overspoeld. De nieuwsbladen, televisie, radio, de kerstverlichting in de straten - ze vertellen ons allemaal dat we moeten genieten. Maar ze zetten ons misschien ook wel onder druk. Hoe was de kerstjachtvoor jou dit jaar? Druk? Je voeten voorbij gehold? Maakte je je zorgen over hoe je iedereen geschenkjes kon geven? Of was je droevig en ontdaan, omdat een tijd van vrede en vreugde er een bleek te zijn van eenzaamheid en pijn voor jou?
Het is niet zo moeilijk om aan iemand te denken die het moeilijk had deze Kerst. Of aan een plaats ergens ter wereld waar de kerstvreugde afwezig was. Als dat voor jou zo is, of voor iemand die je kent, welk woord zou je dan graag horen? Wat zou je zeggen aan deze mensen? Zouden de woorden van Johannes helpen?
Johannes vertelt ons over een God die binnentrad in onze geschiedenis, voor iedereen. Voor wie gelukkig is, droevig, aan het lachen of aan het huilen, voor wie zich verheugt of in rouw is. Tot vijfmaal toe zegt hij: Ik schrijf u. En dan vermeldt hij verschillende groepen mensen. Zou het kunnen dat hij jou schrijft? Zou het kunnen dat jouw naam in deze lezing staat? Luister opnieuw. Vul je eigen naam in… Ik schrijf u … en Hij noemt je bij je naam … u bent sterk, het woord van God blijft in u. Welk gevoel wekt dit op bij jou?
Of misschien is het de naam van iemand anders die nood heeft aan de vreugde van Kerstmis. Iemand die nood heeft aan de boodschap dat het kwaad is overwonnen, dat God voor hem zorgt en dat het Woord van God woont in hem. Spreek nu tot God hierover. Zeg Hem alles wat in je geest opkomt.
