





In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet.
Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!”’ Uit zijn overvloed hebben wij allen opnieuw genade ontvangen: de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.
«Die Schöpfung (opgenomen t.b.v. Bidden Onderweg)» © Eigen opname Bidden Onderweg
Het Midsummer ensemble speelt het lied Nun schwanden vor dem heiligen Strahle.
‘Daar vluchten voor de heilige stralen de gruwelijke schaduwen van de zwarte duisternis. De chaos wijkt en er ontstaat orde. En een nieuwe wereld ontstaat op Gods woord.’
Het evangelie van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 1, vanaf vers 1.
Johannes start zijn evangelie met dezelfde zin die de schrijver van het Boek Genesis ook gebruikte helemaal aan het begin van de Bijbel: “In het begin…” Met de geboorte van Jezus, maakt God een nieuw begin in zijn omgang met mannen en vrouwen. Welke nieuwe start zou jij verwachten op deze oudejaarsavond?
“Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond” Onze God is nu, voor eeuwig en altijd, Emmanuel, God met ons. Kan jij je een tijd herinneren waarin je deze nabijheid van God voelde? Als dat zo is, sta dan even stil bij die ervaring om ze te herbeleven.
Wij zijn nu bij de kortste dagen, de donkerste tijd van het jaar gekomen. Terwijl je opnieuw luistert, bemerk dan vooral hoe Johannes de begrippen licht en duisternis gebruikt.
Spreek nu even tot degene die jou de kracht geeft om een kind van God te worden.