Zijn ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. Toen hij twaalf was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat hij zich bij het reisgezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze hem overal onder hun verwanten en bekenden begonnen te zoeken. Toen ze hem niet vonden, keerden ze terug naar Jeruzalem om hem daar te zoeken. Na drie dagen vonden ze hem in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: ‘Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.’ Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Maar ze begrepen niet wat hij tegen hen zei. Hij reisde met hen terug nar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot alles wat er met hem gebeurd was in haar hart.
Elke opvoeder, elke ouder heeft ideeën over de optimale groei van de kinderen of de jongeren die hem of haar zijn toevertrouwd. We verlangen dat het hen goed gaat, dat ze een weg vinden die gelukkig maakt. We vormen ons - bewust of iets minder bewust - beelden over wat goed is, over hoe een gelukkig leven voor hen er zou kunnen uitzien. Die beelden geven inspiratie en richting aan wat we hen proberen mee te geven. Tegelijk maken ze ons kwetsbaar. We riskeren teleurstelling, diepe ontgoocheling zelfs. Soms dreigen we uit het oog te verliezen wie ons kind, wie onze leerling echt is. Die heeft immers altijd een eigen weg te zoeken en te gaan.
Vandaag trekken we op met de jonge Jezus en zijn ouders. Traditiegetrouw zijn ze samen in Jeruzalem voor het jaarlijkse paasfeest. Jezus is zijn ouders naar de tempel gevolgd, maar geeft aan zijn bezoek een eigen invulling. Zijn keuze brengt in het leven van zijn ouders een nieuwe dynamiek. Ook zij worden uitgenodigd om te kiezen. Laten we luisteren.
Vooraf vraag ik God me te openen voor zijn levende aanwezigheid.
Mocht ik me toevertrouwen aan Hem die mij uitnodigt open te komen voor de verrassende overvloed van leven die Hij is.
Toen hij twaalf was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht.
Welke levengevende gewoonten hoop je te kunnen meegeven aan je
kinderen of leerlingen?
Is er in jouw leven ruimte voor ‘pelgrimsmomenten’. Maak je in de drukte van je dagen tijd voor stilte? Voor herbronning? Hoe doe je dat?
Maria en Jozef veronderstelden dat Jezus zich in het reisgezelschap bevond. Dat is immers wat je van een volgzame twaalfjarige zou verwachten. Ze ontdekken pas laat zijn afwezigheid.
Wat verwacht jij van je leerlingen, van je kinderen?
Soms blijkt hun realiteit anders: ze reageren onvoorzien of kiezen verrassende wegen. Hoe is dat voor jou?
Als ze hem vinden, zijn Maria en Jozef ontzet: ’Kind, wat heb je ons aangedaan? We hebben met angst in ons hart naar je gezocht.’
Wat maakt jou ongerust of bang in je taak als opvoeder of ouder?
Gebeurt het dat je verwijten voelt opkomen als een kind: een leerling niet aan je verachtingen beantwoordt? Wat doet het met je jezelf zo te zien reageren?
Allen die Jezus hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden.
Heb je een concrete herinnering aan iets wat je van een leerling of van je kind leerde? Een geschenk dat je dankbaar stemt en je verder meedraagt?
Tot slot van deze meditatie neem ik de tijd om wat me nu bezighoudt voor God te brengen. Ik kijk naar wat is en vertrouw het Hem toe.