Maar de vijand scherpt opnieuw zijn zwaard,
hij spant zijn boog en legt aan,
hij richt zijn wapens om te doden,
zijn pijlen zijn schichten van vuur.
Hij draagt verderf onder het hart,
zwanger van onheil baart hij bedrog.
Hij delft een put en diept hem uit,
maar valt in de kuil die hij zelf heeft gegraven.
Het onheil keert zich tegen hem,
het geweld komt neer op zijn eigen hoofd.
«Serenity» © Magnatune Magnatune license
Ik maak het even stil om deze gebedstijd in te gaan. Ik neem de tijd om te vertragen. Het enige wat ik doe is ademen.
Ik vraag aan God dat ik me meer bewust mag worden van de werkelijkheid van het kwaad; ook van mijn eigen betrokkenheid daarbij. Dat ik hierover droefheid en afschuw mag voelen.
We lezen enkele verzen uit psalm 7
Het kwaad bestaat. Christenen geloven dat Gods liefde het kwaad heeft overwonnen. Toch blijft het nawerken. Zijn stuiptrekkingen kunnen bijzonder heftig zijn. Ook al vernietigt het zichzelf, het kwaad blijft veel schade aanrichten.
Neem even de tijd om de werkelijkheid van het kwaad tot je toe te laten. Kijk naar onze wereld in zijn gebrokenheid, dichtbij of ver weg. Wat doet dit met jou?
Bedenk dat elke mens, in meer of mindere mate, medeplichtig is aan de werking van dit kwaad.
Bedenk dat het mogelijk is om anders in het leven te staan, en radicaal te kiezen voor wat God vraagt.
Je nadert nu het einde van deze gebedspodcast. Richt je tot slot even tot Jezus. Laat je door Hem aankijken. Zie zijn glimlachende, vergevende blik. Misschien wil je Hem iets vragen of gewoon iets zeggen dat nu spontaan bij jou naar boven komt. Doe het zoals je spreekt tot een vriend.
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu en altijd. En in de eeuwen der eeuwen, amen.