‘Genadig en liefdevol is de HEER,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
Goed is de HEER voor alles en allen,
Hij ontfermt zich over heel zijn schepping.’
Om deze gebedstijd in te gaan maak ik het stil in mezelf. In die stilte probeer ik ruimte te maken voor God. Hij is er reeds. Hij wacht op mij.
Ik vraag de genade dat ik diepe vreugde mag ervaren omwille van de verrijzenis van Jezus. Dat ik mag geloven dat leven en liefde sterker zijn dan de dood.
We lezen enkele verzen uit psalm 145
De menswording van God gaat onverminderd door. God is aanwezig in alle mensen, in alle dingen, altijd, overal. Hij schenkt onophoudelijk zijn genade aan heel zijn schepping. We kunnen God liefhebben en dienen in alles. Daarvoor zijn mensen op aarde.
Kan jij de schepping, jezelf incluis, zien als woonplaats van de Heer?
Waar zie jij op dit ogenblik Gods genade in het bijzonder aan het werk?
Ignatius van Loyola geloofde dat je God in alles kunt liefhebben en dienen. Hoe kan dit jou inspireren?
Om deze gebedstijd af te sluiten kan je opnieuw, diep je hart, een gesprekje voeren. Met God de Vader, met Jezus of met de Geest. Wat heeft het gebed met je gedaan? Wat heb je gevoeld? Wat heb je ontvangen? Spreek erover, in alle eenvoud en vriendschap.
Eer aan de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu en altijd. En in de eeuwen der eeuwen amen.