Niet voor jezelf

Bij het begin van deze gebedstijd probeer ik even los te laten waar ik mee bezig ben. Ik maak het stil in mezelf. Als dit moeilijk is, kan ik God vragen dat Hij me helpt om stil te worden en in zijn aanwezigheid te komen.
Vanuit de stilte vraag ik God de volgende genade: dat ik mag groeien in dankbaarheid, vertrouwen en innerlijke vrijheid.
We lezen enkele verzen uit psalm 113
Het is een zegen als je kunt danken. Loven gaat nog een stap verder. Geen wonder dat het psalmboek één groot loflied is. Danken doe je voor iets in het bijzonder. Loven doe je zomaar. Je looft God omdat Hij God is, omdat Hij is wie Hij is. Een bijzondere reden of aanleiding is niet nodig. Lof is een uiting van vreugde die overvloeit. Je kunt en wilt het niet voor jezelf houden.
Overkomt het jou dat je ernaar verlangt God te loven? Dat je zo vol bent van vreugde dat je die vreugde zomaar wilt uitzingen?
Wat maakt dat jij tot lofgebed komt?
Wat doet lofgebed met jou?
Je komt nu aan het einde van deze gebedspodcast. Richt je tot slot even tot God. Of misschien tot Jezus of tot Gods Geest. Vraag Hem of vertel Hem wat er nu spontaan bij jou naar boven komt. Doe het op een gemoedelijke toon.
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het was in het begin, en nu en altijd. En in de eeuwen der eeuwen, amen.