Jezus wordt ter dood veroordeeld

Voorganger: Wij aanbidden U, Heer Jezus, en wij loven U.
Allen: Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost.

Jezus wordt door Pontius Pilatus ter dood veroordeeld na de beschuldigingen van de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden. Met haat en verachting wordt Hij omringd. De menigte schreeuwt om zijn bloed. Zij zijn niet voor rede vatbaar en uit vrees voor oproer willigt Pilatus hun wens in.

Velen worden gedwongen hun huis en land te verlaten vanwege gelijkaardige doodvonnissen en bedreigingen. Zij zoeken een plek waarheen zij kunnen vluchten om zo zichzelf in veiligheid te brengen. Wij denken in het bijzonder aan de mensen in Syrië waar, sinds het begin van de burgeroorlog in 2011, meer dan zes en een half miljoen mensen gedwongen werden te vluchten. Vrede lijkt ver weg en de internationale inspanningen falen. Doen we zoals Pilatus? Zijn wij ook bang en maken we onze handen liever niet vuil? Wassen wij onze handen ook in onschuld? Of hebben we aandacht voor hun noden en zorgen we ervoor hen te voorzien van wat nodig is?

Wij bidden voor allen die hun huis en hun vertrouwde omgeving ontvluchten in een poging hun leven te redden. Wij vragen dat zij veilig mogen zijn en dat in hun materiële behoeften mag worden voorzien. Mogen zij niet geconfronteerd worden met dezelfde haat die Jezus ondervond vanuit de menigte.

Jezus, ik hou van U, ik heb U lief boven alle dingen,
Met heel mijn hart heb ik berouw over alles waarmee ik U beledigd heb.
Sta niet toe dat ik gescheiden wordt van U. Geef dat ik U altijd mag liefhebben, en doe met mij zoals U wilt.

Onze Vader …
Wees gegroet Maria …
Eer aan de Vader …