De onwaarschijnlijke ander

We beginnen nu de derde gebedstijd. Vraag eerst dat God jou helpt om Hem te zien in de ander. Dat je God zélf in hen mag verwelkomen en zo Gods liefde en mededogen mag ervaren. Bid dat je verrijkt mag worden door hún talenten.

De barmhartige Samaritaan was een lid van een gehate (en gevreesde) etnische groep in Israël. Maar toch was hij degene die het meeste mededogen toonde voor de man die werd aangevallen. Het slachtoffer was zelf een Jood. Waarschijnlijk was hem van kindsbeen af geleerd om de Samaritanen te vrezen. Denk aan een ervaring waarbij je door de ‘onwaarschijnlijke ander’ werd gediend.'

Soms kan het een genade zijn om onszelf te zien, zoals de anderen ons zien. Hoe denk je dat mensen, die bij ons een toevluchtsoord zoeken, kijken naar onze reacties op immigratie? Of nog, welke boodschap geven we aan hen die al een tijd bij ons vertoeven? Welke indruk krijgen mensen van ons, van jou door de manier waarop wij anderen behandelen?
Sta even stil bij je antwoord. Is jouw antwoord verenigbaar met het soort van liefdevolle mededogen dat de Samaritaan betoont? Getuigt het van een groothartig welkom, als in Gods Koninkrijk?