Obscure woorden

The Tudor Consort zingt Civitas sancti tui. ‘Wij zijn de klei, door u gevormd, wij zijn het werk van uw handen. Laat uw grote toorn toch varen, Heer, houd onze schuld niet steeds in gedachten’.

De lezing vandaag is genomen uit het boek Openbaring, hoofdstuk 21, vanaf vers 12.
Deze week eindigt het liturgisch jaar, en de lezingen spitsen zich toe op het einde van de wereld, ze hebben ook een bijklank van verdoemenis en onheilspellendheid. Zeker de lezing die we net hebben gehoord. Hoe reageerde je erop? Leek het op 'onzinnig gebulder', een beetje overdreven, of was het echt verontrustend?
Vond iets van deze lezing enige bijklank bij jou, vandaag? Babylon, de grote stad, tot puin herschapen? De kooplieden, de machtigen der aarde, om de tuin geleid door hekserij?
Wanneer je de lezing nogmaals beluistert, vraag jezelf dan even af of het de wereld van vandaag zou kunnen zijn die hier beschreven wordt. Gaat het gewoon over gebeurtenissen van "lang geleden" of schuilt er iets in over het "nu"?
Welk effect had het beluisteren van deze woorden op jou? Was het een passage die je van je stuk bracht? Obscuur? Bevreemdend? Bevatte zij iets dat je aansprak? Vertel God erover tijdens de laatste ogenblikken van dit gebed. Bespreek met Hem wat het voor jou heeft betekend, hoe je jezelf erbij voelt, hoe je reageert.