Innerlijk verdeeld

Finn Anderson zingt het lied A Dancer Stole My Heart. ‘Een schrijver stal mijn woorden, een zanger stal mijn lippen. Een danser stal mijn hart.’

In alle dingen schuilt voor mij een bron van diepere liefde, van een voller leven. Maar mijn verlangens zijn vaak gericht op illusies, gevangen in droombeelden. Ik vraag dat ik in vrijheid kan toestaan dat God de verschillende klanken in mijn hart samenbrengt tot een harmonieus en stralend liefdeslied.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 3, vanaf vers 22.
Het is misschien heel toepasselijk om, tegen het eind van de Gebedsweek voor de christelijke eenheid, de waarschuwing te horen over het gevaar van een koninkrijk dat innerlijk verdeeld is. Herinnert deze waarschuwing mij aan een verdeeldheid waarvan ik mij bewust ben in de wereld rondom mij en die onnodig of vernietigend of beschamend is?
Maar behalve een waarschuwing is hier ook een belofte te horen, dat een grotere macht onze wereld is binnengetreden, een macht die groter is dan de krachten van verdeeldheid en haat. Welke tekenen van die grotere macht kan ik in de wereld rondom mij en in mijn eigen leven waarnemen?
Als ik opnieuw luister naar deze passage uit het Evangelie volgens Marcus, kan ik dan Jezus’ belofte horen over iets radicaals wat te gebeuren staat en hoor ik dat als iets wat relevant is voor mijn eigen omstandigheden, voor mijn eigen leven?
Wat zou ik in de omstandigheden van mijn leven kunnen doen om verdeeldheid te overwinnen? Kan ik nu met God spreken over datgene waartoe ik wellicht geroepen ben om op te bouwen en te verbinden, om een instrument te zijn van genezing en verzoening?