In onschuld wassen

De monniken van het klooster in Chevetogne zingen een Prokeimenon. Een Byzantijns gezang om tijdens de Vastentijd de eerste bijbellezing in te leiden. Kan ik nu ook aan God vragen mijn hart open te stellen?

Heer, help me dat ik U kan verwelkomen dat ik plaats maak temidden van mijn alledaagse zorgen. Vervul mijn gedachten met uw vrede, uw liefde.
De lezing is uit het het boek van de profeet Jesaja, hoofdstuk 58, vanaf vers 1.
De lezing van vandaag windt er geen doekjes om. God heeft geen tijd voor lege, loze gebaren. Zelfs het vasten heeft geen zin als het niet tot daden leidt, tot concrete pogingen om in deze wereld recht te buigen wat krom is. Is dat voor mij herkenbaar? Een ‘goede christen’ willen zijn, maar als het erop aankomt, kijk ik weg en was ik mijn handen in onschuld…?
Gevangenen bevrijden, hongerigen voeden, de armen kleden… Ken ik iemand die gevangen zit? In de gevangenis of in het lot dat hem vasthoudt? Ken ik iemand die zucht onder ziekte of zwakte, honger of armoede?
Het is niet zo moeilijk om in de wereld van vandaag voorbeelden te vinden van armoede, lijden en onrecht. Als je Jesaja’s woorden opnieuw beluistert, waar zie je hen in je eigen leven?
De mensen die je kent, die lijden aan hun lot, aan hun leven, noem hun namen en spreek over hen tot God. Misschien voel je je machteloos om iets te doen. Vraag God om je hierin bij te staan, in de kleine stap die je vandaag kunt nemen om hun leven iets lichter te maken.