Dank je, Sorry, Alsjeblieft
Word je, bij het begin van dit levensgebed, ervan bewust dat je in Gods aanwezigheid bent. Waar je ook bent, thuis, aan het wandelen, in de auto of in de trein, in je eentje of samen met anderen, laat het stil worden in je hart. Open jezelf voor God. Hij is aanwezig; ín jou, in de schepping om je heen, in de mensen die je omringen. Hij geeft om jou. Vraag de Heilige Geest dat je je meer bewust wordt van Gods aanwezigheid hier en nu. Vraag dat Hij je helpt om met liefde te kijken naar je leven.
Neem de tijd om terug te blikken op het mooie van de voorbije dag. Waar en wanneer heb je rust, blijheid, openheid, geborgenheid, verwondering, hoop, vertrouwen ervaren? Misschien maar heel even. Wat gaf je een goed gevoel, dat mogelijks ook nu nog stilletjes nazindert. Kijk nu concreet naar de mensen, gebeurtenissen, ervaringen die die goede nasmaak hebben nagelaten. Word je bewust van wat je ontving en wat je gaf.
Het kan zijn dat je die positieve gevoelens ervaren hebt op een plaats, in een relatie of activiteit waar je dit niet verwacht had. Laat je verrassen.
Misschien komt er nu een gevoel van dankbaarheid naar boven en verlang je God te danken voor het goede – hoe klein ook - dat je te beurt viel of waar je aan mee hebt kunnen werken.
Vanuit die groeiende dankbaarheid kan je vervolgens kijken naar wat er vandaag minder goed ging. Waar en wanneer voelde je verdriet of ergernis in je hart, waar en wanneer ben je vandaag in de leegte terechtgekomen, of heb je je op sleeptouw laten nemen door angst, boosheid of jaloersheid? Wat liet een bittere, onaangename nasmaak na? Word je bewust van die negatieve gevoelens. Ga na waar ze vandaan komen. Ging het over wat een ander jou aandeed, was het iets waarvan je zelf aan de oorsprong ligt?
Neem de tijd om je bewust te worden van de schaduwkanten van de voorbije dag. Niet om erin te blijven hangen. Wel vanuit de hoop dat dit het niet is waartoe jij wordt geroepen. Doe het daarom sámen met God in het geloof dat Hij, ook dáár, bij je was.
Misschien voel je nu wel het verlangen om voor het een of het ander concreet iets te vragen om vergeving.
Richt je, tot slot, tot God of Jezus. Zeg Hem wat er nu in je opkomt. Misschien wil je wel een bijzonder aandachtspunt aanbieden: een bepaalde relatie of een houding van jou waar je wil aan werken? Misschien wil je God vragen om kracht voor iets dat komen gaat, wil je Hem iemand toevertrouwen of wil je gewoon danken voor het goede en mooie waar je je nu beter van bewust bent. Spreek met Hem op vertrouwelijke toon, zoals je spreekt met een goede vriend of vriendin.
Neem de tijd om terug te blikken op het mooie van de voorbije dag. Waar en wanneer heb je rust, blijheid, openheid, geborgenheid, verwondering, hoop, vertrouwen ervaren? Misschien maar heel even. Wat gaf je een goed gevoel, dat mogelijks ook nu nog stilletjes nazindert. Kijk nu concreet naar de mensen, gebeurtenissen, ervaringen die die goede nasmaak hebben nagelaten. Word je bewust van wat je ontving en wat je gaf.
Het kan zijn dat je die positieve gevoelens ervaren hebt op een plaats, in een relatie of activiteit waar je dit niet verwacht had. Laat je verrassen.
Misschien komt er nu een gevoel van dankbaarheid naar boven en verlang je God te danken voor het goede – hoe klein ook - dat je te beurt viel of waar je aan mee hebt kunnen werken.
Vanuit die groeiende dankbaarheid kan je vervolgens kijken naar wat er vandaag minder goed ging. Waar en wanneer voelde je verdriet of ergernis in je hart, waar en wanneer ben je vandaag in de leegte terechtgekomen, of heb je je op sleeptouw laten nemen door angst, boosheid of jaloersheid? Wat liet een bittere, onaangename nasmaak na? Word je bewust van die negatieve gevoelens. Ga na waar ze vandaan komen. Ging het over wat een ander jou aandeed, was het iets waarvan je zelf aan de oorsprong ligt?
Neem de tijd om je bewust te worden van de schaduwkanten van de voorbije dag. Niet om erin te blijven hangen. Wel vanuit de hoop dat dit het niet is waartoe jij wordt geroepen. Doe het daarom sámen met God in het geloof dat Hij, ook dáár, bij je was.
Misschien voel je nu wel het verlangen om voor het een of het ander concreet iets te vragen om vergeving.
Richt je, tot slot, tot God of Jezus. Zeg Hem wat er nu in je opkomt. Misschien wil je wel een bijzonder aandachtspunt aanbieden: een bepaalde relatie of een houding van jou waar je wil aan werken? Misschien wil je God vragen om kracht voor iets dat komen gaat, wil je Hem iemand toevertrouwen of wil je gewoon danken voor het goede en mooie waar je je nu beter van bewust bent. Spreek met Hem op vertrouwelijke toon, zoals je spreekt met een goede vriend of vriendin.