Alles in het werk stellen
Anne-Marie Bloemen en Monika Geibel spelen Arioso van Johann Sebastian Bach. Geschreven met deze woorden uit Matteus in gedachten: ‘Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.’
Heer, U heeft mij het grote geschenk van de vrijheid gegeven.
In deze tijd, o Heer, zou ik graag vrij zijn van racisme en onverdraagzaamheid.
Laat mij me steeds herinneren dat wij allemaal kostbaar zijn in uw ogen.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 5, vanaf vers 43.
We horen Jezus zeggen dat we allen kinderen van God zijn; dat ieder van ons een gelijke plaats heeft in het liefdevolle hart van God; dat God ons niet veroordeelt en ons vraagt om anderen op dezelfde, liefdevolle manier te behandelen. Wie zijn de mensen, waarvan ik het moeilijk vind om ze lief te hebben?
Wat houdt mij tegen om een ieder die ik tegenkom, lief te hebben – om hen precies zo te behandelen als ik zelf door hen behandeld zou willen worden?
Als je het gedeelte opnieuw hoort, bedenk dan dat dit de woorden van God zijn – God, die liefde is. Luister naar de liefde in deze woorden – geen sentimentele liefde, geen holle woorden, maar een liefde die echt is en uitdaagt.
Kan ik nu iets tegen God zeggen over deze uitdaging – en hoe ik daarop antwoord? Hoe zou ik erop willen antwoorden? Misschien wil ik vergeving vragen, voor wanneer ik niet mild, gul en liefdevol was. Of misschien wil ik God vragen om hulp, bij de dingen die me tegenhouden lief te hebben zoals Hij.
Heer, U heeft mij het grote geschenk van de vrijheid gegeven.
In deze tijd, o Heer, zou ik graag vrij zijn van racisme en onverdraagzaamheid.
Laat mij me steeds herinneren dat wij allemaal kostbaar zijn in uw ogen.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 5, vanaf vers 43.
We horen Jezus zeggen dat we allen kinderen van God zijn; dat ieder van ons een gelijke plaats heeft in het liefdevolle hart van God; dat God ons niet veroordeelt en ons vraagt om anderen op dezelfde, liefdevolle manier te behandelen. Wie zijn de mensen, waarvan ik het moeilijk vind om ze lief te hebben?
Wat houdt mij tegen om een ieder die ik tegenkom, lief te hebben – om hen precies zo te behandelen als ik zelf door hen behandeld zou willen worden?
Als je het gedeelte opnieuw hoort, bedenk dan dat dit de woorden van God zijn – God, die liefde is. Luister naar de liefde in deze woorden – geen sentimentele liefde, geen holle woorden, maar een liefde die echt is en uitdaagt.
Kan ik nu iets tegen God zeggen over deze uitdaging – en hoe ik daarop antwoord? Hoe zou ik erop willen antwoorden? Misschien wil ik vergeving vragen, voor wanneer ik niet mild, gul en liefdevol was. Of misschien wil ik God vragen om hulp, bij de dingen die me tegenhouden lief te hebben zoals Hij.