Arbeid te doen

Zangeres Bedouine speelt haar lied Dusty eyes.

Je stoffige ogen, ze laten me
bleek achter in het duister.
Ben ik deze keer te ver gezwommen,
om terug te raken met mijn laatste stuiver?
De lantaarnpalen branden de nacht.
Maar ze komen niet in de buurt,
Nee, ze komen niet in de buurt,
Van het licht waarnaar ik smacht.

De lezing komt uit het Evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 10, vanaf vers 1.

“De oogst is rijk, maar er zijn weinig arbeiders.” Deze zin duikt vaak op in de Evangeliën. We komen het vaak tegen, dat beeld van de oogst. Zoveel werk te doen, zo veel oogstrijp fruit dat hangt te wachten, zodat er meer werkkrachten nodig zijn om alles binnen te halen. Welk beeld heb je van de wereld als je dit alles bekijkt?

Er mag wel veel fruit te rapen vallen, maar Jezus belooft geen makkelijke klus. Eigenlijk bereidt Hij ons voor op verwerping, en geeft Hij ons raad hoe daarmee om te gaan. Het stof van onze voeten vegen in dorpen waar we niet welkom zijn. Ga ik zelf zo om met afwijzing? Is het dat wat ik doe als ik niet slaag? Wanneer ik niet de resultaten bereik die ik wil? Veeg ik het stof van mijn voeten en trek ik verder, of neem ik het allemaal persoonlijk op en laat ik gevoelens van ongenoegen in mij sluimeren?

Probeer je in te beelden dat je één van de tweeënzeventig leerlingen bent, uitgezonden per twee, wanneer je de lezing opnieuw beluistert. Schenk aandacht aan wat Jezus je opdraagt te zeggen aan de mensen die je tegenkomt.

Jezus houdt ons voor vrede voor iedereen te verkondigen, en – "zelfs aan hen die niet luisteren”, te vertellen dat het “rijk Gods nabij is”. Kan ik nu met Jezus overleggen hoe ik dat zou kunnen doen? Hoe ik die vredesboodschap zou kunnen uitdragen en vertellen over de nabijheid van Gods rijk, in woord en daad?