Een vaste hand
Neem even de tijd om te kijken met de ogen van je verbeelding naar de plaats waar dit verhaal zich afspeelt. Het is een warme zomeravond. Het is wat vochtig, je hoort krekels zingen, het begint te schemeren. Kijk en luister naar het heuvelachtige landschap, naast een groot meer. Wellicht voel en ruik je iets van de vochtigheid. Er is nog een grote massa mensen in de buurt. Allen hebben op een onbegrijpelijke manier te eten gekregen. Er is rust en tevredenheid. …
Misschien heb je wel zin om in de huid te kruipen van een van die mensen. Iemand uit de anonieme massa, een van de leerlingen, Petrus, of nog een ander. Misschien kom je toevallig langs en kijk je nieuwsgierig naar wat daar gebeurt. Het kan ook dat je je wat ergert aan al die heisa waar je niet om hebt gevraagd en die je je moet laten welgevallen. Of nog anders, dat je verkiest om als een vogeltje of een hondje rond te vliegen of te lopen om zo alles van dichtbij te volgen. Kies die persoon of die invalshoek die jou op dit ogenblik het meest aan spreekt.
Richt je nu even rechtstreeks tot God. Zeg Hem wat er in je hart leeft. Wat is jouw verlangen op dit ogenblik? Wat leeft er in jou? Misschien wil je gewoon Jezus beter leren kennen om meer van Hem te houden. Of ben je gewoon op zoek naar rust en meer vertrouwen. Spreek dat verlangen uit, wat het ook is, zoals het is, in alle eenvoud.
De broodvermenigvuldiging heeft net plaatsgevonden, een ontmoeting en maaltijd met vijfduizend mensen. De nacht valt, de mensen zijn moe. Er is nog wat opwinding vanwege wat gebeurd is rond die maaltijd. Jezus stuurt zijn vrienden terug naar hun gewone werkelijkheid: de boot in om het meer over te steken. Voor de Joden is het water, van de zee of van het meer, een gevaarlijke, onvoorspelbare plaats. Het is een plaats van angst en van dood, meer dan van schoonheid of rust.
Kijk naar Jezus. Ook Hij is vermoeid. Hij verlangt naar stilte. In de eenzaamheid van de nacht gaat Hij de berg op om te bidden, alleen.
Misschien heb jij ook zin om tot stilte te komen, tot rust, tot jezelf, tot wat je her- bront. Misschien verlang je gewoon om samen met Jezus, zittend naast Hem, te bidden. Ga mee in de stilte.
Intussen zijn de leerlingen het meer op gevaren en is er een storm opgestoken. Zie de angst van de leerlingen. Beeld je in dat je zelf ook in die boot zit. Het is bijna donker. Je bent nat van de golven die over de reling heen spatten. Je rilt van de kou. Je denk echt dat jullie zullen vergaan. Dan zie je daar plots een schim opduiken. Het lijkt wel een spook.
Is er iets wat jou angstig maakt? Waar voel jij je onzeker? Waar dreig jij te verdrinken? Waar zie jij geen hand voor ogen meer? Waar wacht jij eigenlijk op hulp? Waar kan jij het zelf niet redden? Geloof je eigenlijk wel dat er ook voor jou hulp kan komen?
Plots, helemaal onverwacht, hoor je de warme, vertrouwengevende stem van Jezus: ‘Wees niet bang …’ Zie nu het plotselinge vertrouwen van Petrus in zijn vriend Jezus. Zie hoe het onmogelijke mogelijk wordt: Petrus loopt over het water, naar Jezus toe.
Wat brengt jou tot rust? Wie of wat kan jou je grenzen doen verleggen? Zijn er concrete ervaringen waar je nu aan moet denken?
Heb jij in jouw leven al ervaren dat mensen je echt hebben geholpen? Hoe was dat, hoe voelde dat aan? Of heb je ooit iets ervaren wat je hebt geïnterpreteerd als de aangereikte hand van God? Heb je ze aangenomen?
Maar het vertrouwen van Petrus is niet erg groot. Algauw wordt hij opnieuw bang. Je ziet hem aarzelen en weer wegzinken. Maar in zijn wanhoop blijft Petrus toch ergens vertrouwen. Dat wordt zijn redding. Kijk naar die vaste hand die Jezus meteen aanreikt om zijn vriend te steunen en over zijn angst heen te helpen. Voel die hand in jouw eigen hand. Voel de diepe rust die nu over Petrus komt.
Hoe groot is jouw vertrouwen? Hoe ver durf jij te gaan in het je toevertrouwen aan een ander? Is het jou al overkomen dat je riep tot God? Je toevertrouwen aan God of aan Jezus, wat wil dat zeggen voor jou? Heb je dat al gedaan? Naar wie kijk jij echt op, voor wie ga jij op de knieën als het erop aankomt?
Afronding
We zijn bijna aan het einde van deze gebedstijd. Neem nu opnieuw even de tijd voor een kort gesprek in de stilte van je hart. Kies zelf tot wie je je richt: tot God de Vader, Jezus, Maria of nog iemand anders in wie je vertrouwen hebt. Spreek uit wat er spontaan in je hart naar boven komt. Misschien wil je ergens voor danken, iets vragen of aanbieden, vertellen wat je geraakt heeft in deze gebedstijd of nog iets anders? Doe het in alle eenvoud en op gemoedelijke toon, zoals een vriend spreekt tot een vriend.
Tot slot kunnen we samen het gebed bidden dat Jezus zelf ons heeft geleerd.
Onze Vader die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht
en de heerlijkheid,
in eeuwigheid.
Amen.
Als je dat wil, kan je nu nog een buiging, een kruisteken of een ander gebaar maken waarmee je voor jezelf aangeeft dat deze gebedstijd ten einde is.
Heb je nog enkele minuten tijd, blik dan even terug op je gebed. Wat heeft je geraakt? Hoe heeft het je geraakt? Als dat kan, schrijf hier iets over op.
Misschien heb je wel zin om in de huid te kruipen van een van die mensen. Iemand uit de anonieme massa, een van de leerlingen, Petrus, of nog een ander. Misschien kom je toevallig langs en kijk je nieuwsgierig naar wat daar gebeurt. Het kan ook dat je je wat ergert aan al die heisa waar je niet om hebt gevraagd en die je je moet laten welgevallen. Of nog anders, dat je verkiest om als een vogeltje of een hondje rond te vliegen of te lopen om zo alles van dichtbij te volgen. Kies die persoon of die invalshoek die jou op dit ogenblik het meest aan spreekt.
Richt je nu even rechtstreeks tot God. Zeg Hem wat er in je hart leeft. Wat is jouw verlangen op dit ogenblik? Wat leeft er in jou? Misschien wil je gewoon Jezus beter leren kennen om meer van Hem te houden. Of ben je gewoon op zoek naar rust en meer vertrouwen. Spreek dat verlangen uit, wat het ook is, zoals het is, in alle eenvoud.
De broodvermenigvuldiging heeft net plaatsgevonden, een ontmoeting en maaltijd met vijfduizend mensen. De nacht valt, de mensen zijn moe. Er is nog wat opwinding vanwege wat gebeurd is rond die maaltijd. Jezus stuurt zijn vrienden terug naar hun gewone werkelijkheid: de boot in om het meer over te steken. Voor de Joden is het water, van de zee of van het meer, een gevaarlijke, onvoorspelbare plaats. Het is een plaats van angst en van dood, meer dan van schoonheid of rust.
Kijk naar Jezus. Ook Hij is vermoeid. Hij verlangt naar stilte. In de eenzaamheid van de nacht gaat Hij de berg op om te bidden, alleen.
Misschien heb jij ook zin om tot stilte te komen, tot rust, tot jezelf, tot wat je her- bront. Misschien verlang je gewoon om samen met Jezus, zittend naast Hem, te bidden. Ga mee in de stilte.
Intussen zijn de leerlingen het meer op gevaren en is er een storm opgestoken. Zie de angst van de leerlingen. Beeld je in dat je zelf ook in die boot zit. Het is bijna donker. Je bent nat van de golven die over de reling heen spatten. Je rilt van de kou. Je denk echt dat jullie zullen vergaan. Dan zie je daar plots een schim opduiken. Het lijkt wel een spook.
Is er iets wat jou angstig maakt? Waar voel jij je onzeker? Waar dreig jij te verdrinken? Waar zie jij geen hand voor ogen meer? Waar wacht jij eigenlijk op hulp? Waar kan jij het zelf niet redden? Geloof je eigenlijk wel dat er ook voor jou hulp kan komen?
Plots, helemaal onverwacht, hoor je de warme, vertrouwengevende stem van Jezus: ‘Wees niet bang …’ Zie nu het plotselinge vertrouwen van Petrus in zijn vriend Jezus. Zie hoe het onmogelijke mogelijk wordt: Petrus loopt over het water, naar Jezus toe.
Wat brengt jou tot rust? Wie of wat kan jou je grenzen doen verleggen? Zijn er concrete ervaringen waar je nu aan moet denken?
Heb jij in jouw leven al ervaren dat mensen je echt hebben geholpen? Hoe was dat, hoe voelde dat aan? Of heb je ooit iets ervaren wat je hebt geïnterpreteerd als de aangereikte hand van God? Heb je ze aangenomen?
Maar het vertrouwen van Petrus is niet erg groot. Algauw wordt hij opnieuw bang. Je ziet hem aarzelen en weer wegzinken. Maar in zijn wanhoop blijft Petrus toch ergens vertrouwen. Dat wordt zijn redding. Kijk naar die vaste hand die Jezus meteen aanreikt om zijn vriend te steunen en over zijn angst heen te helpen. Voel die hand in jouw eigen hand. Voel de diepe rust die nu over Petrus komt.
Hoe groot is jouw vertrouwen? Hoe ver durf jij te gaan in het je toevertrouwen aan een ander? Is het jou al overkomen dat je riep tot God? Je toevertrouwen aan God of aan Jezus, wat wil dat zeggen voor jou? Heb je dat al gedaan? Naar wie kijk jij echt op, voor wie ga jij op de knieën als het erop aankomt?
Afronding
We zijn bijna aan het einde van deze gebedstijd. Neem nu opnieuw even de tijd voor een kort gesprek in de stilte van je hart. Kies zelf tot wie je je richt: tot God de Vader, Jezus, Maria of nog iemand anders in wie je vertrouwen hebt. Spreek uit wat er spontaan in je hart naar boven komt. Misschien wil je ergens voor danken, iets vragen of aanbieden, vertellen wat je geraakt heeft in deze gebedstijd of nog iets anders? Doe het in alle eenvoud en op gemoedelijke toon, zoals een vriend spreekt tot een vriend.
Tot slot kunnen we samen het gebed bidden dat Jezus zelf ons heeft geleerd.
Onze Vader die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht
en de heerlijkheid,
in eeuwigheid.
Amen.
Als je dat wil, kan je nu nog een buiging, een kruisteken of een ander gebaar maken waarmee je voor jezelf aangeeft dat deze gebedstijd ten einde is.
Heb je nog enkele minuten tijd, blik dan even terug op je gebed. Wat heeft je geraakt? Hoe heeft het je geraakt? Als dat kan, schrijf hier iets over op.