Een alledaagse begroeting

The Tallis Scholars zingen Ut venientes uit Dum transisset sabbatum, gecomponeerd door John Taverner.

‘Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen.’

Lieve Jezus,
Ik verlang dat Gij mij vindt
en dat Gij bezit van mij neemt.
Want als Gij mij vindt,
dan heb ik U gevonden;
en meer verlang ik niet.

De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 28, vanaf vers 8.

Dit is de eerste keer dat we Jezus werkelijk zien na de verrijzenis. Want in de lezingen die we op Paaszondag hoorden, was al wat we te zien kregen een leeg graf en wat afgedankte kleren. Maar hier zien we Hem, verrezen uit de dood. Kan jij je voorstellen wat het moet geweest zijn om dat te zien?

De eerste woorden die Jezus tot de vrouwen richt lijken wel heel alledaags, zeker als je bedenkt hoe ernstig de situatie was. Hij groet hen, Hij zegt: “wees gegroet” of “goeiedag” - hoe dan ook een eenvoudige begroeting-van-alledag. Wat denk je - hoe zou jij je voelen als je een van de vrouwen was, als Jezus je zo zou groeten, gewoon, kalm.

Jezus zegt de vrouwen dat ze niet bang moeten zijn. Wat zou Hij aangevoeld hebben bij hen? Wat zou Hij van hun gezicht hebben afgelezen? Waarom zou Hij dit gezegd hebben, volgens jou?

Deze korte passage wordt nu opnieuw voorgelezen. Tracht je in te beelden welke gevoelens hierbij betrokken zijn. Welke emoties denk jij te zien op de gezichten van de vrouwen? En op het gezicht van Jezus?

De vrouwen hier grijpen Jezus’ voeten vast - een gebaar van nederige aanbidding. Zou jij de verrezen Jezus op deze manier antwoorden in zo’n situatie? Of zou jij anders reageren? Zou jij iets anders te zeggen hebben? Wat het ook is dat je graag aan Jezus zou willen zeggen, zeg dat maar.