Kenbaar in mij

Trijntje Oosterhuis zingt het lied Liefde, lichaam van zon.

De lezing is uit de eerste brief van Johannes, hoofdstuk 4, vanaf vers 11.

‘Niemand heeft God ooit gezien’ benadrukt Johannes hier. Hij zegt niet dat we Gods aanwezigheid niet kunnen voelen of waarnemen, dat God niet in ons zou leven. Dát, zo zegt hij ons, kunnen wij wél ervaren. Wat merk ik van Gods aanwezigheid in mij? Wat zijn voor mij de tekenen dat God in mij leeft? Hoe maakt Hij zich kenbaar in mij?

En als ik naar anderen kijk, mensen die ik ken, of de mensen die nu om me heen zijn, welke tekenen van God zouden in hen aanwezig zijn?

Luister opnieuw naar de lezing en let er eens op wat Johannes beschouwt als tekenen van Gods aanwezigheid. Herken ik hiervan iets van uit mijn eigen ervaring?

‘De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit.’ Niemand van ons leeft volledig zonder angst. Welke angsten zou ik willen overwinnen? Kan ik God – de God van volmaakte liefde – kan ik Hem vragen om deze angsten te overwinnen?