Een klein zinnetje

Toonkunstkoor Amsterdam zingt het lied Wohlan, dein Name soll allein, gecomponeerd door Johann Sebastian Bach.

‘Komaan, alleen uw naam Jezus, moet in mijn hart zijn! Mijn verlossing, sieraad en heil, herder en koning, licht en zon, Zo wil ik u noemen in mijn verrukking wanneer hart en ziel branden van liefde voor u. Maar, liefste Jezus, zeg mij: ach, hoe moet ik u op een waardige manier prijzen, mijn Heer Jezus?’

De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 10, vanaf vers 17.

Dit is een zware opgave, zeker voor mensen in het Westen, waar je kan denken dat ons volledige streven erin bestaat meer te hebben, meer te verdienen en meer te bezitten. Kan je jezelf zien als de man die Jezus de vraag stelt, om dan bedroefd weg te gaan? Waarom is het zo moeilijk om alles op te geven?

Jezus is gekomen opdat we ten volle zouden kunnen leven en schatten zouden bezitten in de hemel, niet op aarde. Hoe vallen deze dingen te rijmen? Ten volle leven, maar schatten bezitten in de hemel?

Wanneer je de lezing opnieuw beluistert, let dan op dat kleine zinnetje – dat Jezus naar hem keek en van hem hield – en beeld je de grootsheid in van die liefde. Denk erover na hoeveel jij zou willen opgeven voor iemand waarvan je houdt. Laat Gods liefde voor jou je raken in je hart.

Aartsbisschop Oscar Romero beweerde ooit dat we als volgelingen van Christus opgeroepen worden, niet om meer te hebben, maar om meer te zijn. Op welke wijze heb jij het gevoel dat God je oproept om meer te zijn? Kan je daar nu met God over praten?