Onvermijdelijk
Je luistert naar het Armeense lied Aravot lousaber. ‘Uit de duisternis zal het mooiste licht opstijgen.’
Laat ons bidden dat wij niet toegeven aan ontmoediging, omdat alles zo langzaam verandert, dat wij ons niet te snel neerleggen bij het onvermijdelijke, maar ons altijd laten wekken door de God der beloften.
De lezing is uit het evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 11, vanaf vers 25.
Als ik Jezus hoor zeggen ’U hebt deze dingen verborgen voor wijze en verstandige mensen, en ze onthuld aan kinderen’ - wat voel ik dan? Reageer ik instinctief door mezelf te rekenen bij de wijzen en verstandigen, en voel ik me dan een beetje ongemakkelijk bij Jezus’ woorden? Of zie ik mezelf als een van de eenvoudige kinderen, aan wie deze dingen zijn onthuld? Wat zegt dit over mijzelf?
Welke dingen heeft God aan mij onthuld? Wat weet ik van Jezus? Hoe goed ken ik Hem? Hoe goed wil ik Hem kennen?
En als ik opnieuw luister naar de lezing, kan ik nu toelaten dat die tot mijn hart spreekt, en niet alleen tot mijn hoofd? Kan ik het besef toelaten, dat ik de sleutel om God te leren kennen niet vind in wijsheid en verstand, niet in leren en studeren, maar dat Jezus zelf die sleutel is?
Ervaar ik deze woorden van Jezus als Goed Nieuws voor mij? Nemen ze bij mij spanning weg, of dagen ze me juist een beetje uit, geven ze me misschien een wat ongemakkelijk gevoel? Of maken ze me een beetje onzeker? Wat heb ik Jezus te zeggen over al deze dingen? En wat zou Hij mij te zeggen hebben?
Laat ons bidden dat wij niet toegeven aan ontmoediging, omdat alles zo langzaam verandert, dat wij ons niet te snel neerleggen bij het onvermijdelijke, maar ons altijd laten wekken door de God der beloften.
De lezing is uit het evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 11, vanaf vers 25.
Als ik Jezus hoor zeggen ’U hebt deze dingen verborgen voor wijze en verstandige mensen, en ze onthuld aan kinderen’ - wat voel ik dan? Reageer ik instinctief door mezelf te rekenen bij de wijzen en verstandigen, en voel ik me dan een beetje ongemakkelijk bij Jezus’ woorden? Of zie ik mezelf als een van de eenvoudige kinderen, aan wie deze dingen zijn onthuld? Wat zegt dit over mijzelf?
Welke dingen heeft God aan mij onthuld? Wat weet ik van Jezus? Hoe goed ken ik Hem? Hoe goed wil ik Hem kennen?
En als ik opnieuw luister naar de lezing, kan ik nu toelaten dat die tot mijn hart spreekt, en niet alleen tot mijn hoofd? Kan ik het besef toelaten, dat ik de sleutel om God te leren kennen niet vind in wijsheid en verstand, niet in leren en studeren, maar dat Jezus zelf die sleutel is?
Ervaar ik deze woorden van Jezus als Goed Nieuws voor mij? Nemen ze bij mij spanning weg, of dagen ze me juist een beetje uit, geven ze me misschien een wat ongemakkelijk gevoel? Of maken ze me een beetje onzeker? Wat heb ik Jezus te zeggen over al deze dingen? En wat zou Hij mij te zeggen hebben?