Delen in de ervaring
Kika Sprangers, Martin Fondse en Jörg Brinkmann spelen het lied When the world wakes up.
Nog voor wij u zoeken,
zijt gij bij ons.
Voor wij uw naam kennen,
zijt gij al onze God.
Open ons hart voor dat geheim
waarin wij zijn opgenomen:
dat gij ons het eerst hebt liefgehad
en dat wij gelukkig mogen zijn met u.
Niet omdat wij goed zijn,
mogen wij tot u naderen,
maar omdat gij God zijt.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 14, vanaf vers 13.
Jezus hield van de eenzaamheid. Hij had van tijd tot tijd behoefte aan tijd en ruimte om zijn volledige en onverdeelde aandacht te geven aan zijn Vader. Welke behoefte voel ik in mijn leven aan een dergelijke eenzaamheid?
Jezus hield er ook van om bij de mensen te zijn, zowel omwille van hen als voor zichzelf. Als Hij zijn nabijheid uitdrukte in woorden of daden, in wonderen of eenvoudigweg door zijn meevoelend er-zijn, dan ging dat altijd gepaard met meeleven: Hij deelde werkelijk in de ervaring van wie Hij ontmoette.
Als ik deze woorden opnieuw hoor, wat hebben ze mij dan nog meer te zeggen? Wat zeggen ze mij over mijn eigen behoefte om tijd door te brengen met anderen en God te zoeken in de eenzaamheid?
Terwijl ik nu in de eenzaamheid bij God ben, wat zou ik Hem willen zeggen? Misschien heeft de Heer mij iets te zeggen over hoe ik de mensen rondom mij zou kunnen voeden en bemoedigen en tot steun zou kunnen zijn.
Nog voor wij u zoeken,
zijt gij bij ons.
Voor wij uw naam kennen,
zijt gij al onze God.
Open ons hart voor dat geheim
waarin wij zijn opgenomen:
dat gij ons het eerst hebt liefgehad
en dat wij gelukkig mogen zijn met u.
Niet omdat wij goed zijn,
mogen wij tot u naderen,
maar omdat gij God zijt.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 14, vanaf vers 13.
Jezus hield van de eenzaamheid. Hij had van tijd tot tijd behoefte aan tijd en ruimte om zijn volledige en onverdeelde aandacht te geven aan zijn Vader. Welke behoefte voel ik in mijn leven aan een dergelijke eenzaamheid?
Jezus hield er ook van om bij de mensen te zijn, zowel omwille van hen als voor zichzelf. Als Hij zijn nabijheid uitdrukte in woorden of daden, in wonderen of eenvoudigweg door zijn meevoelend er-zijn, dan ging dat altijd gepaard met meeleven: Hij deelde werkelijk in de ervaring van wie Hij ontmoette.
Als ik deze woorden opnieuw hoor, wat hebben ze mij dan nog meer te zeggen? Wat zeggen ze mij over mijn eigen behoefte om tijd door te brengen met anderen en God te zoeken in de eenzaamheid?
Terwijl ik nu in de eenzaamheid bij God ben, wat zou ik Hem willen zeggen? Misschien heeft de Heer mij iets te zeggen over hoe ik de mensen rondom mij zou kunnen voeden en bemoedigen en tot steun zou kunnen zijn.