Dwarsbomen

Je luistert naar Speak, Lord, van Margaret Rizza.

‘In de stilte van de sterren,
in het gebabbel van een kind,
vraagt Adam:
laat mij U horen spreken, Heer.’

De lezing van vandaag is genomen uit de profeet Ezechiël, hoofdstuk 34, vanaf vers 7.

Er zit een ondertoon van strenge rechtvaardigheid in deze passage. God verschijnt en stelt orde op zaken. Hij redt de kwetsbare schapen. Vooral de schapen die verwaarloosd en mishandeld worden door slechte herders. Welk verband zie je hierin met de samenleving van vandaag? Zie je ook hier en nu mensen die enkel aan zichzelf denken, die onverschillig blijven voor de noden van anderen, hun behoeften zelfs dwarsbomen.

Als we allemaal zo verstrikt raken in onze eigen bubbel, verliezen we de anderen uit het oog - al bedoelen we het nog zo goed.
We vergeten gemakkelijk dat de liefde voor God en de liefde voor de naaste samengaan. Wanneer zat jij zo hard vast in je eigen leven dat je de noden van de anderen niet eens opmerkte? Hoe komt het dat je deze noden niet ziet of hoort?

‘Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen.’ Wat voel je als je dit hoort?

Kan je in deze passage een echo horen van Jezus als de ‘Goede Herder’? Op het eerste gezicht natuurlijk erg voor de hand liggend maar probeer toch je verbeelding te gebruiken… Luister nu opnieuw naar deze passage. Tracht er een echo of een verwijzing naar Jezus in te horen wanneer Hij zegt dat Hij de Goede Herder is.

Je mag erop vertrouwen dat God een God is die persoonlijk ingrijpt. Hij ziet je nu. Hij geeft meer om jou dan jij om jezelf. Vertel aan God wat deze reflectie bij jou teweeg brengt.