Oostindisch doof
Ensemble Les Dames Vocales zingt het lied Zomernacht, gecomponeerd door Mathilde Wantenaar.
Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 9, vanaf vers 30.
Wanneer de waarheid te pijnlijk is om te verwerken, gebeurt het dat je ze gewoon niet hoort, of ze niet opneemt, of van onderwerp verandert. Om niet te hoeven stilstaan bij het lijden en de dood van Christus, beginnen de leerlingen te discussiëren over ’Wie is de grootste?’. Zo toonden ze hun ambitie, hun hang naar status en macht. Jezus komt tussen beide en schokt hen. Hebben zijn woorden vandaag nog de kracht mij uit mijn zelfgenoegzaamheid wakker te schudden?
Waarom houdt Jezus ons kinderen als iconen voor? In hun samenleving telden kinderen niet als mensen - zoals weduwen, melaatsen en de armen waren ze ‘niemand’. Wat kan Jezus bedoelen als Hij mij uitnodigt te zijn zoals hen?
Als je deze passage opnieuw beluistert, verbeeld je dan een van de leerlingen te zijn die niet bereid is te luisteren naar wat Jezus te zeggen heeft. Luister hoe de discussie openbreekt en hoe je je voelt als Jezus een kind voor je plaatst.
Zijn er kinderlijke kwaliteiten – verwondering? eenvoud? hoop? - die ik graag in mij zou zien toenemen? Welke ambities en agenda’s staan hier in de weg? Kan ik God vandaag vragen mij te helpen die kinderlijke kwaliteiten te omarmen?
Doe nu die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
De lezing van vandaag is uit het Evangelie volgens Marcus, hoofdstuk 9, vanaf vers 30.
Wanneer de waarheid te pijnlijk is om te verwerken, gebeurt het dat je ze gewoon niet hoort, of ze niet opneemt, of van onderwerp verandert. Om niet te hoeven stilstaan bij het lijden en de dood van Christus, beginnen de leerlingen te discussiëren over ’Wie is de grootste?’. Zo toonden ze hun ambitie, hun hang naar status en macht. Jezus komt tussen beide en schokt hen. Hebben zijn woorden vandaag nog de kracht mij uit mijn zelfgenoegzaamheid wakker te schudden?
Waarom houdt Jezus ons kinderen als iconen voor? In hun samenleving telden kinderen niet als mensen - zoals weduwen, melaatsen en de armen waren ze ‘niemand’. Wat kan Jezus bedoelen als Hij mij uitnodigt te zijn zoals hen?
Als je deze passage opnieuw beluistert, verbeeld je dan een van de leerlingen te zijn die niet bereid is te luisteren naar wat Jezus te zeggen heeft. Luister hoe de discussie openbreekt en hoe je je voelt als Jezus een kind voor je plaatst.
Zijn er kinderlijke kwaliteiten – verwondering? eenvoud? hoop? - die ik graag in mij zou zien toenemen? Welke ambities en agenda’s staan hier in de weg? Kan ik God vandaag vragen mij te helpen die kinderlijke kwaliteiten te omarmen?