Binnenin
Je luistert naar het Taizé lied Bonum est confidere.
Het is goed de HEER te loven, uw naam te bezingen.
Allerhoogste, in de morgen te getuigen van uw liefde
en in de nacht van uw trouw.
De lezing van vandaag is genomen uit Psalm 96, vanaf vers 10.
“Zeg aan de volken: ‘De Heer is koning’.” Sommigen vinden dit soort beeldspraak – dit soort taalgebruik –tegenwoordig nogal ouderwets of patriarchaal. Anderen zeggen weer dat het juist goed is omdat het politici terug zet op hun plaatst en laat zien wie er werkelijk de baas is in de wereld. Wat vind jij van dit beeld van God als ‘koning’? Is dat hoe jij God ziet?
Steeds weer belooft de psalmist dat God zal komen om recht, gerechtigheid en waarheid te brengen. Hoe spreekt deze profetie jou aan? Is dit ook jouw hoop – jouw geloof? Welke situaties, welke plaatsen, welke mensen die jij kent schreeuwen om God, om te komen en dingen recht te zetten?
Probeer, wanneer de psalm weer gelezen wordt, je een voorstelling te maken van wat daarin beschreven wordt – van de wijze waarop de hele schepping zich verheugt over de komst van God
Wat zou je nu willen zeggen tegen God – de Koning, de brenger van gerechtigheid en waarheid, de Schepper? Vertel deze God welke gedachten en gevoelens jou tijdens deze gebedstijd beroerd hebben.
Het is goed de HEER te loven, uw naam te bezingen.
Allerhoogste, in de morgen te getuigen van uw liefde
en in de nacht van uw trouw.
De lezing van vandaag is genomen uit Psalm 96, vanaf vers 10.
“Zeg aan de volken: ‘De Heer is koning’.” Sommigen vinden dit soort beeldspraak – dit soort taalgebruik –tegenwoordig nogal ouderwets of patriarchaal. Anderen zeggen weer dat het juist goed is omdat het politici terug zet op hun plaatst en laat zien wie er werkelijk de baas is in de wereld. Wat vind jij van dit beeld van God als ‘koning’? Is dat hoe jij God ziet?
Steeds weer belooft de psalmist dat God zal komen om recht, gerechtigheid en waarheid te brengen. Hoe spreekt deze profetie jou aan? Is dit ook jouw hoop – jouw geloof? Welke situaties, welke plaatsen, welke mensen die jij kent schreeuwen om God, om te komen en dingen recht te zetten?
Probeer, wanneer de psalm weer gelezen wordt, je een voorstelling te maken van wat daarin beschreven wordt – van de wijze waarop de hele schepping zich verheugt over de komst van God
Wat zou je nu willen zeggen tegen God – de Koning, de brenger van gerechtigheid en waarheid, de Schepper? Vertel deze God welke gedachten en gevoelens jou tijdens deze gebedstijd beroerd hebben.