Ons dagelijks leven
Gloriae Dei Cantores zingt Es ist das Heil uns kommen her. ’De verlossing voor ons is gekomen door Gods gunst en genade.’
Hier wordt niet gesproken van een God die zonder lichaam op afstand blijft, verblijvend in de wereld van woorden, ideeën en algemeenheden, maar van een God die concreet wordt en te maken heeft met de fysieke werkelijkheid van onze wereld, met mensen, plaatsen, ons dagelijks leven. Herken ik die God, die hier en nu aanwezig is?
De laatste twee weken hebben we geluisterd naar de lezingen uit het boek van de profeet Jesaja en hebben we gemediteerd over ons zelf, de wereld waarin we leven, de noden van deze wereld, Gods antwoord op deze noden, zijn belofte van verlossing, vrijheid en vreugde.
Deze week zullen we nadenken over de vervulling van die belofte of liever gezegd het begin van die vervulling. Dit doen we aan de hand van wat het evangelie zegt over de gebeurtenissen die leiden tot de geboorte van Jezus.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 1, vanaf vers 1.
Het is een van de vreemdste stukken uit Matteüs, deze lange lijst van namen die voor de meesten van ons onbekend zijn. Wat voel ik wanneer je al die namen hoor noemen? Wat moet ik ermee? Wie zijn al die voorvaders? Snap ik iets van de zin van die reeks, begrijp ik dat die namen verwijzen naar een geschiedenis van vele generaties, waarin de verwachting van het volk tot vervulling komt: de komst van een redder uit het huis van David?
Voor de mensen van toen was de familieachtergrond heel belangrijk. Deze liet zien waar men vandaan kwam, wie men was. Ook vandaag is nog steeds de vraag van kracht: hoe komt het dat ik ben wie ik ben, waar kom ik vandaan?
Er worden 42 namen van mannen genoemd: een lange lijst van vaders. Er worden ook vier vrouwen, waaronder drie moeders, genoemd: Rachab, Tamar, Ruth en Maria. Wanneer je de lezing nog een keer hoort, kun je je afvragen wat hier gezegd wordt over de achtergrond van Jezus, over die van jou.
Spreek tot slot tot Jezus, zoon van Abraham en zoon van David, over wie je hebt gehoord. Spreek tot Hem: wie is Hij voor jou, en wie ben jij voor Hem?
Hier wordt niet gesproken van een God die zonder lichaam op afstand blijft, verblijvend in de wereld van woorden, ideeën en algemeenheden, maar van een God die concreet wordt en te maken heeft met de fysieke werkelijkheid van onze wereld, met mensen, plaatsen, ons dagelijks leven. Herken ik die God, die hier en nu aanwezig is?
De laatste twee weken hebben we geluisterd naar de lezingen uit het boek van de profeet Jesaja en hebben we gemediteerd over ons zelf, de wereld waarin we leven, de noden van deze wereld, Gods antwoord op deze noden, zijn belofte van verlossing, vrijheid en vreugde.
Deze week zullen we nadenken over de vervulling van die belofte of liever gezegd het begin van die vervulling. Dit doen we aan de hand van wat het evangelie zegt over de gebeurtenissen die leiden tot de geboorte van Jezus.
De lezing van vandaag is genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 1, vanaf vers 1.
Het is een van de vreemdste stukken uit Matteüs, deze lange lijst van namen die voor de meesten van ons onbekend zijn. Wat voel ik wanneer je al die namen hoor noemen? Wat moet ik ermee? Wie zijn al die voorvaders? Snap ik iets van de zin van die reeks, begrijp ik dat die namen verwijzen naar een geschiedenis van vele generaties, waarin de verwachting van het volk tot vervulling komt: de komst van een redder uit het huis van David?
Voor de mensen van toen was de familieachtergrond heel belangrijk. Deze liet zien waar men vandaan kwam, wie men was. Ook vandaag is nog steeds de vraag van kracht: hoe komt het dat ik ben wie ik ben, waar kom ik vandaan?
Er worden 42 namen van mannen genoemd: een lange lijst van vaders. Er worden ook vier vrouwen, waaronder drie moeders, genoemd: Rachab, Tamar, Ruth en Maria. Wanneer je de lezing nog een keer hoort, kun je je afvragen wat hier gezegd wordt over de achtergrond van Jezus, over die van jou.
Spreek tot slot tot Jezus, zoon van Abraham en zoon van David, over wie je hebt gehoord. Spreek tot Hem: wie is Hij voor jou, en wie ben jij voor Hem?