Wijngaard

Je luistert naar het lied O König aller Völker, gecomponeerd door Arvo Pärt.

‘O Koning van alle volkeren, en door hen verlangd, Gij zijt de hoeksteen die het gebouw tezamen houdt; kom, red de mens die Gij uit de aarde hebt gevormd.’

De lezing is genomen uit het Evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 21, vanaf vers 33.

Op dit punt in de veertigdagentijd zijn we nog maar een paar weken verwijderd van het voltrekken van het indrukwekkende drama van Jezus' lijden en dood. In dit Evangelie spreekt Jezus met de religieuze autoriteiten die spoedig zijn executie zullen bewerkstelligen. Het verhaal dat Hij vertelt gaat over de manier waarop zij Gods wil negeren, Gods project afwijzen. Wie denk jij dat Jezus bedoelt als Hij het heeft over de landeigenaar, de pachters? Waar staat de wijngaard voor?

Jezus heeft het over: "De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden." - erop zinspelend dat de ware dienaar van God misschien niet degene blijkt te zijn die we verwachten, maar veeleer wie we afwijzen, de persoon die we niet eens onze aandacht waardig achten. Wie zijn de mensen die je het niet waard vindt om aandacht aan te schenken? De mensen waar je geen moeite voor doet? Kan je je een moment voorstellen hoe zij deel zouden kunnen uitmaken van Gods plan - een plan dat jij afwijst?

Als je de lezing opnieuw hoort, luister dan of God tot je spreekt. Is er iets dat God van je vraagt om vandaag te doen?

Spreek tot God zo vrij als je kunt. Vertel de Heer in je eigen woorden wat dit alles in je hart heeft losgemaakt, hoe je reageert, of wilt reageren, op zijn woord.