Alles gaat voorbij in het leven

“Was dit het dan? Was ’t allemaal de moeite waard?” zingt Pommelien Thijs na een verbroken relatie. Alles gaat voorbij in het leven, waar doe ik het eigenlijk voor?
Hoe zit ik erbij aan het begin van deze gebedstijd? Hoe voel ik me?
Etty Hillesum verlangt ernaar innerlijk te leven, maar merkt ook dat ze dat moeilijk vindt. Ze vindt gemakkelijke excuses om de stilte uit de weg te gaan. Dat komt voort uit een innerlijke onrust. Leven aan de oppervlakte is makkelijker dan leven in de diepte, waar we God kunnen ontmoeten. Hoor maar wat ze schrijft in haar dagboek:

Deze ochtend is voor mij. En nu ik me dwing om rustig neer te zitten
voor dit schrift en bij mezelf, nu merk ik weer hoeveel moeite dat
eigenlijk nog kost, door hoeveel onrust en ongeduld men steeds beheerst wordt. Het excuus is altijd: ik heb geen tijd, ik heb het te druk.
Maar het is toch eigenlijk de eigen onrust. De stilte niet laten uitgroeien
tot haar wijdste omvang, maar al tevreden zijn met de korte momenten
van rust en zelfinkeer, die weliswaar steeds meer door mijn dagelijkse
leven heen geweven raken. Maar ik struikel toch nog steeds over die
kleine pauzes van stilte, uit puur ongeduld, en ben veel te gauw tevreden
en denk dat ik in mezelf ‘hineinhöre’. Maar nu ik me na weken weer
dwing te zeggen: deze ochtend is helemaal voor mij, nu merk ik weer
hoeveel ongeduld en hoe zeer een ‘in den Tag hineinleben’ er nog steeds
in mij is.

“In den Dag hineinleben” – dat wil zeggen, van dag tot dag te leven zonder echt stil te staan of diep na te denken. In stilte en zelfreflectie kun je dingen doorzien. Dat zien we ook sterk in het leven van Jezus, die heel goed doorzag wat er speelde. Bijvoorbeeld in het Bijbelfragment dat vandaag in de kerken wordt voorgelezen, waarin een vrouw voor Jezus werd gebracht.

“Meester”, zeiden de schriftgeleerden, “deze vrouw heeft met een andere man geslapen, en dat is ontdekt. Volgens de wet van Mozes moet zo’n vrouw gedood worden. Wat is uw oordeel?’
De wetsleraren en de farizeeën hoopten dat Jezus iets strafbaars zou zeggen. Want dan konden ze hem aanklagen. Maar Jezus boog zich voorover en schreef met zijn vinger in het zand.
De wetsleraren en de farizeeën bleven hun vraag herhalen. Toen keek Jezus op en zei: ‘Wie van jullie heeft nooit iets verkeerds gedaan? Die moet als eerste een steen naar de vrouw gooien.’ Daarna boog Jezus zich opnieuw voorover en schreef weer met zijn vinger in het zand.
Toen liepen de mensen één voor één weg, de leiders van het volk het eerst. Jezus bleef alleen achter met de vrouw die bij hem gebracht was. Hij kwam overeind en zei tegen haar: ‘Waar is iedereen gebleven? Heeft niemand je veroordeeld?’ De vrouw zei: ‘Nee, Heer, niemand.’ Toen zei Jezus: ‘Ik veroordeel je ook niet. Ga naar huis, en doe vanaf nu geen verkeerde dingen meer.’

Laat ik proberen me dit tafereel voor te stellen. Alsof ik tussen de aanwezigen sta. Wat zie ik? Wat raakt me?
Wat heeft Jezus hier goed gezien?


Jezus bleef alleen achter met de vrouw. Ik probeer me voor te stellen hoe Hij naar haar gekeken heeft. Wat in zijn houding trekt me aan?

Pommelien Thijs zingt dat het beste nog moet komen. “Er is nog genoeg huid vrij om tattoo’s op te zetten”.
Wellicht herkent de overspelige vrouw dit wel. Waarop ze hoopte, waar ze naar verlangde, komt uit: ze kan verder leven en iets moois opbouwen. Opnieuw beginnen. Dat Jezus is opgestaan uit de dood heeft hier alles mee te maken. Zijn verrijzenis is niet abstract, maar laat ons zien dat we altijd op mogen staan.
Ik blijf nog enkele ogenblikken in zijn aanwezigheid en vertel Hem wat mijn droom is. De spreekwoordelijke tattoo die ik in mijn binnenste graag met me meedraag.

Bedankt voor het luisteren. Volgende week vervolgen we onze reis. Zangeres Adele is ons kompas en helpt met haar lied de juiste richting aan te wijzen. We wensen je een goede tocht.