Nieuw en vreemd

Je luistert naar het Taize-arrangement van Sit nomen domini. ‘Gezegend is de naam van de Heer.’

Heer, ik vraag U de genade altijd om te beseffen dat uw wil doen een vreugde is, want U bent altijd bereid te doen wat het beste voor me is.

Afgelopen week lazen we over het gesprek tussen Jezus en Nicodemus. Wat Jezus daar zegt sluit helemaal aan bij de viering van het Paasfeest. Hij spreekt daar over ‘een nieuwe geboorte’, over ‘geboren worden uit de Geest’ en ‘Gods liefde voor de wereld.’ Voor Nicodemus is dat allemaal nieuw en vreemd en hij vraagt dan ook aan Jezus: ‘Hoe is dit mogelijk?’
Toen de leerlingen hoorden dat Jezus’ graf leeg en verlaten was, begrepen zij daar ook niets van. Moest Jezus opnieuw gaan uitleggen wat Hij ze geleerd had, in een soort herhalingsles voor zijn leerlingen? Ze moeten opnieuw geboren worden, ze moeten de Geest ontvangen. Dat betekent dat ze van Hem moeten gaan getuigen, en dat zal weerstand oproepen. Dat krijgen we het komende weekend te horen, in de lezing uit de Handelingen van de Apostelen.

Aan de apostelen was het uitdrukkelijk verboden in de naam van Jezus onderricht te geven. Zij mochten niet meer getuigen van de verrezen Christus. Waar was volgens jou de hogepriester bang voor?

Het antwoord dat de apostelen gaven klinkt behoorlijk brutaal: ‘Wij moeten eerder gehoorzamen aan God dan aan enig gezag van mensen!’ Wat zou jij antwoorden als aan jou uitdrukkelijk verboden werd van Jezus te getuigen?

Luister nog eens naar deze lezing en merk hoe bang de vergadering en de hogepriester zijn: ‘jullie willen dus dat het bloed van deze man op ons terecht komt,’ zeggen ze. Hoe onbevangen klinkt dan het getuigenis van de apostelen: ‘Wij zijn van dit alles de getuigen, en ook de Heilige Geest, die God geeft aan mensen die Hem gehoorzamen!’

Waarvan getuig ik vandaag in mijn eigen leven? Voel ik me gedragen en verbonden met de Geest? Kan je dit bij Jezus brengen?