Geen gesloten boek

Max Richter speelt het lied Organum.

Als we de anderen zoeken in God,
staan we rustig,
vol verwachting en hoop voor God:
Hij zal zich aan ons geven, in zijn volheid,
dit is in allen alles.

In de meeste Bijbelpassages waarmee we deze week hebben gebeden zijn we Jezus op zijn reizen gevolgd terwijl Hij zijn boodschap verkondigde. Terwijl zij samen rondreisden nam Jezus de gelegenheid te baat om zijn leerlingen te onderrichten. Ze kwamen in situaties terecht die alleen met gebed konden worden aangepakt. We hebben ervaren dat leidinggeven voor een christen noodzakelijkerwijze dienstbaarheid bevat. Jezus heeft ons heel duidelijk gemaakt dat “wie niet tegen ons is voor ons is”. De leerlingen werd met uitdagende uitspraken duidelijk gemaakt wat het betekent als mensen hinderpalen plaatsen op de levensweg van anderen. Tenslotte werd dit alles samengevat in de woorden van de heilige Jacobus met zijn boodschap van geduld, uithoudingsvermogen en duidelijke taal.
In de lezing van vandaag horen we dat Jezus het onderricht aan zijn leerlingen niet heeft afgesloten. Ook zijn zijn onderricht aan ons gaat verder.
Er is meer dat Hij ons wil zeggen. Wanneer wij alert zijn, zal Gods Geest zijn boodschap aan ons blijven verduidelijken. Wanneer we luisteren naar de lezing van vandaag, begrijpen we de belofte dat God rechtstreeks tot ons zal spreken.
Je luistert naar het Evangelie volgens Johannes. Hoofdstuk 16, vanaf vers 12.

Het is de Heilige Geest die steeds doorgaat met het onderricht dat Jezus gaf aan zijn leerlingen zoveel eeuwen geleden. Jezus was zich bewust van de opdracht die Hem door zijn Vader, die Hij Abba noemde, was gegeven. Wanneer je reageert op de impulsen van de Geest in je eigen leven, dan werk je samen met Jezus om de opdracht van zijn Vader uit te voeren. Wat betekent het voor jou dat de Drieëenheid op deze manier in jou aan het werk is?

Ignatius van Loyola richtte heel bewust sommige van zijn gebeden tot de Vader, sommige tot de Zoon, sommige tot de Geest en sommige tot de Drieëenheid als geheel. Is dat zinvol voor jou? Tot wie richt jij je meestal in je gebed?

En als je dit gedeelte opnieuw leest, ben je je dan bewust van wat Gods Geest jou hier en nu wil meedelen?

Neem ten slotte de tijd om je te richten tot de Vader, de Zoon of de Geest of eenvoudigweg tot God en spreek over wat je hebt ervaren of gehoord tijdens deze gebedstijd.