Twee feestmaaltijden

Je luistert naar het Taize-lied Exaltabo te.

Op een bepaalde manier gingen alle lezingen en reflecties van de afgelopen week over: het verschil. Ze gingen over hoe door de wereld te zien met de ogen van Christus, je de wereld anders ziet. Zij gingen ook over vrijheid - de vrijheid om dingen anders te zien, de vrijheid om te leven volgens andere normen en om dingen te doen die het verschil maken.

Christus zet onze wereld op zijn kop. De dingen die wij belangrijk vinden en waar we in verstrikt raken – rijkdom, beroemdheid, macht – die doen er niet toe voor Hem. Wat echt telt is veilig, vrij, en vol vertrouwen te leven. Of, anders gezegd: wat het leven de moeite waard maakt.

Wanneer Christus ons uitnodigt om nederig te zijn, vraagt ​​Hij ons om Hem volledig te vertrouwen, niet uit te zien naar een andere bron voor onze veiligheid – zelfs wanneer het tegen zit. Nederigheid is een soort van vrijheid van de knellende verplichting om altijd te voldoen aan iemands verwachtingen met betrekking tot wat belangrijk is of wat telt. Nederige personen zijn helemaal niet zwak – integendeel, ze zijn gefocust: zij weten wie ze zijn, ze weten wie ze echt nodig hebben. Dat is de reden waarom ze de publiciteit niet zoeken. Ze hebben gewoon de vrijheid en de moed om hun leven te leven met een rustige integriteit. Ze zijn echt vrij om anderen te helpen, niet omdat het hen roem of goedkeuring oplevert, maar omdat het goed is. Als we ons leven leiden met de nederigheid die Christus ons geeft, dan ontdekken we dat onze alternatieve levensstijl niet alleen onbedoeld “rebels” is, maar ook bijdraagt aan het goede voor anderen. Het kan hen helpen de vrijheid te vinden. Het kan hen helpen Christus te vinden.

Het evangelie volgens Lucas nodigt ons uit onze ervaring en onze verbeelding te gebruiken. We lezen uit hoofdstuk 14, vanaf vers 7.

Stel je voor dat je naar het diner gaat dat in de evangeliepassage wordt beschreven. Denk aan alle belangrijke mensen die er zijn. – Hoe zien ze eruit? Welke eer wordt hen bewezen? Wat dragen ze? Hoeveel heeft het gekost?
Wat zeggen ze tegen elkaar? Wat zeggen ze over hun rijkdom of bekendheid?

Denk nu eens aan die andere feestmaaltijd met de kreupelen, de armen, de blinden - alle mensen in onze straten die nooit worden opgemerkt. Je zou kunnen denken aan alle ouderen, mensen met een handicap, mensen met een psychische aandoening…
Wie hebben we weggelaten? Wie zou anderen echt in verlegenheid kunnen brengen?

Wanneer je ze allemaal gezien hebt, beeld je dan in dat je hen de maaltijd serveert. Stel je voor hoe ze zich amuseren. Ze hebben misschien niet de beste manieren, maar ze kunnen hun gevoelens goed uitdrukken.
Stel je voor hoe ze lachen en zingen en zich echt thuis voelen.

Neem de tijd om na te denken over je ervaringen tijdens de twee feestmaaltijden. Welke van de twee komt het dichtst bij het Koninkrijk van God?