'Ik was blind, maar kan nu zien.'

Quire Cleveland zingt de hymne Amazing Grace. ‘Genade Gods, oneindig groot, geeft mij wat ik niet verdiende. Ik was verloren, geest’lijk dood, ‘k was blind, maar kan nu zien.’

De lezing van vandaag is uit het evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 7, vanaf vers 13.

Iemand die gestorven is weer tot leven brengen is een wonder, iets wat maar moeilijk te begrijpen is. Het is misschien vreemd dat de reactie van de mensen die het meemaakten, hier beschreven wordt als een door vrees bevangen worden. Hoe zou jij, denk je, reageren als je een dergelijk wonder zou meemaken?

Misschien moet die zin verstaan worden als in feite een beschrijving van het ontzag en de verbazing die de mensen voelden. Wat voor licht werpt dat voor jou op de manier waarop het woord ‘vrees’ wordt gebruikt in de Schrift en de eigenlijke betekenis van de ‘vreze Gods’?

Als deze levendige en krachtige scene nog eens wordt beschreven, probeer dan je die zo levendig mogelijk voor te stellen. Kijk naar de scene, naar het gezicht van Jezus als hij door medelijden voor de weduwe wordt bewogen en haar zoon beveelt op te staan. Kijk ook naar het gezicht van de moeder als haar zoon zich opricht en begint te spreken.

Spreek nu tot de Heer over je eigen reacties op deze scene en de gevoelens die je daarbij hebt. Je zou kunnen vragen om die genade van de ‘vreze Gods’ – niet het bang zijn voor God, maar het ontzag voor God; Hem niet beschouwend als iets vanzelfsprekends en nooit ophoudend je te verbazen over zijn grootheid.