'De dag van de Heer is nabij.'
Je luistert naar het lied Creator God, gecomponeerd door Margaret Rizza.
‘In de duisternis van de stille nacht; Bij het aanbreken van het daglicht; In het mysterie van de schepping; Scheppende God, bent U daar.’
De lezing is genomen uit het Boek Joël, hoofdstuk 1, vanaf vers 13, hoofdstuk 2, vanaf vers 1.
Wij weten niet veel over de profeet Joël. Maar in deze passage is het zo goed als zeker dat hij - ten overstaan van God en gericht tot het volk – zich uitsprak over een ramp die de mensen had getroffen, een ramp die wij niet meer kunnen reconstrueren. Wat denk jij dat deze ‘dag van de Heer die nabij is’ betekent? Is dat iets om bang voor te zijn? … iets om naar uit te zien?
Joël spreekt over ‘alarm, duisternis, donkerheid en wolken’; denk jij dat er ruimte is voor dit soort woorden als wij over God spreken? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet?
Luister nu weer naar deze passage en kijk of je de boodschap op kunt vangen die God vandaag tot je richt. Betekent dit een troost of een uitdaging, een waarschuwing of een uitnodiging?
Richt je tenslotte - biddend in je eigen woorden - tot God, in het licht van wat je hebt gehoord: wat voel je dat je vandaag heel graag aan God wilt zeggen?
‘In de duisternis van de stille nacht; Bij het aanbreken van het daglicht; In het mysterie van de schepping; Scheppende God, bent U daar.’
De lezing is genomen uit het Boek Joël, hoofdstuk 1, vanaf vers 13, hoofdstuk 2, vanaf vers 1.
Wij weten niet veel over de profeet Joël. Maar in deze passage is het zo goed als zeker dat hij - ten overstaan van God en gericht tot het volk – zich uitsprak over een ramp die de mensen had getroffen, een ramp die wij niet meer kunnen reconstrueren. Wat denk jij dat deze ‘dag van de Heer die nabij is’ betekent? Is dat iets om bang voor te zijn? … iets om naar uit te zien?
Joël spreekt over ‘alarm, duisternis, donkerheid en wolken’; denk jij dat er ruimte is voor dit soort woorden als wij over God spreken? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet?
Luister nu weer naar deze passage en kijk of je de boodschap op kunt vangen die God vandaag tot je richt. Betekent dit een troost of een uitdaging, een waarschuwing of een uitnodiging?
Richt je tenslotte - biddend in je eigen woorden - tot God, in het licht van wat je hebt gehoord: wat voel je dat je vandaag heel graag aan God wilt zeggen?