Gods Geest in elk element
Photonen vocaal ensemble zingt Versa est in luctum, gecomponeerd door Tomás Luis de Victoria.
‘Mijn lier is geworden tot rouwinstrument, mijn fluit tot de stem van de treurenden.’
In de lezingen die we de voorbije week beluisterd hebben, spreekt Jezus over het koninkrijkvan God en hoe we ons dit moeten voorstellen – als een piepklein mosterdzaadje dat uitgroeit tot een grote boom. Waar vogels in nestelen, of als een kleine hoeveelheid gist die drie eenheden bloem kan doen rijzen.
Maar meer nog dan met woorden, heeft Jezus ons met daden laten zien waar het in het koninkrijk van God om gaat. Wat wij Hem deze week hebben zien doen, heeft een onvoorstelbare genezende kracht. Niet alleen bevrijdde Hij mensen van alle soorten ziektes, Hij genas ook een vrouw die kreupel was, en gedurende 18 jaar niet in staat was geweest rechtop te staan. Bovendien deed Hij dit op een Sabbat, wat volgens de farizeeën tegen de wet was.
Heb jij nog verder nagedacht over wat Jezus deze week gedaan heeft, als beeld van Gods koninkrijk? Mensen vrij maken, hen verlossen van al wat hen zorgen baart - mensen bevrijden van beklemmende, bezwarende regels, die hen door andere mensen worden opgelegd - mensen die zwaar gebukt hebben gelopen, toestaan om weer rechtop te staan - is dit niet evenzeer waar het koninkrijk Gods voor staat?
In de lezing van deze zondag, uit het boek Wijsheid, krijgen we nog meer informatie over wat Jezus met zijn genezingen uitdrukt.
Hoe voel jij je bij de manier waarop God hier beschreven wordt, als iemand die ‘alles wat bestaat, liefheeft’? Herken jij deze God? Geloof je in zo’n God? Kan je je een paar voorbeelden voor de geest halen waar je God op zo’n manier ervaart?
‘In alles woont uw onsterfelijke geest’, zegt de lezing. Kan je je situaties herinneren waarbij jij dat ook zo aangevoeld hebt? Gods Geest die aanwezig is én werkzaam in elk element, in elke plant, in elk dier, in elk persoon, zelfs in jou?
Als je de lezing opnieuw hoort, sta dan even stil bij wat er gezegd wordt over Gods houding tegenover zondaars, hoe Hij omgaat met degenen die de weg zijn kwijtgeraakt, en wat Hij hen toewenst.
Welk antwoord geef jij op Gods hartelijkheid en mededogen tegenover zij die verdwaald zijn? Wat zou je nu willen zeggen tegen deze God die je liefheeft en wil dat je vrij bent?
‘Mijn lier is geworden tot rouwinstrument, mijn fluit tot de stem van de treurenden.’
In de lezingen die we de voorbije week beluisterd hebben, spreekt Jezus over het koninkrijkvan God en hoe we ons dit moeten voorstellen – als een piepklein mosterdzaadje dat uitgroeit tot een grote boom. Waar vogels in nestelen, of als een kleine hoeveelheid gist die drie eenheden bloem kan doen rijzen.
Maar meer nog dan met woorden, heeft Jezus ons met daden laten zien waar het in het koninkrijk van God om gaat. Wat wij Hem deze week hebben zien doen, heeft een onvoorstelbare genezende kracht. Niet alleen bevrijdde Hij mensen van alle soorten ziektes, Hij genas ook een vrouw die kreupel was, en gedurende 18 jaar niet in staat was geweest rechtop te staan. Bovendien deed Hij dit op een Sabbat, wat volgens de farizeeën tegen de wet was.
Heb jij nog verder nagedacht over wat Jezus deze week gedaan heeft, als beeld van Gods koninkrijk? Mensen vrij maken, hen verlossen van al wat hen zorgen baart - mensen bevrijden van beklemmende, bezwarende regels, die hen door andere mensen worden opgelegd - mensen die zwaar gebukt hebben gelopen, toestaan om weer rechtop te staan - is dit niet evenzeer waar het koninkrijk Gods voor staat?
In de lezing van deze zondag, uit het boek Wijsheid, krijgen we nog meer informatie over wat Jezus met zijn genezingen uitdrukt.
Hoe voel jij je bij de manier waarop God hier beschreven wordt, als iemand die ‘alles wat bestaat, liefheeft’? Herken jij deze God? Geloof je in zo’n God? Kan je je een paar voorbeelden voor de geest halen waar je God op zo’n manier ervaart?
‘In alles woont uw onsterfelijke geest’, zegt de lezing. Kan je je situaties herinneren waarbij jij dat ook zo aangevoeld hebt? Gods Geest die aanwezig is én werkzaam in elk element, in elke plant, in elk dier, in elk persoon, zelfs in jou?
Als je de lezing opnieuw hoort, sta dan even stil bij wat er gezegd wordt over Gods houding tegenover zondaars, hoe Hij omgaat met degenen die de weg zijn kwijtgeraakt, en wat Hij hen toewenst.
Welk antwoord geef jij op Gods hartelijkheid en mededogen tegenover zij die verdwaald zijn? Wat zou je nu willen zeggen tegen deze God die je liefheeft en wil dat je vrij bent?