In elke opvoedingsrelatie speelt een zekere vorm van macht. Onze kinderen en leerlingen zijn minstens deels van ons afhankelijk. Ze zijn voor heel wat op ons aangewezen. Afhankelijk van de situatie kan het gaan om onder andere voedsel, kledij, onderdak, kennis of een diploma. Altijd draait het in essentie ook om bescherming, om bevestiging, erkenning en liefde. Soms schreeuwen onze kinderen of leerlingen ons hun verwachtingen en vragen letterlijk toe, soms doen ze er alles aan om ons duidelijk te maken dat ze vooral niets van ons willen krijgen. Opvoeden vraagt volgehouden, liefdevolle aandacht om gaandeweg te ontdekken op welke nood van je kind of je leerling jij als opvoeder een antwoord kan zijn.
Vandaag worden we uitgenodigd te kijken naar Jezus. Onderweg naar Jericho, omstuwd door een massa volk, doet de vraag van een mens Hem halt houden.
Vooraf vraag ik God me te openen voor zijn levende aanwezigheid.
Mocht ik me toevertrouwen aan Hem die me altijd opwacht, één en al liefdevolle aandacht.
Jezus wil naar Jeruzalem. Dat is zijn reisdoel. Hij wordt voortdurend omringd door mensen die Hem willen zien, horen, aanraken. In de buurt van Jericho vangt Hij een vraag op. Hij onderbreekt zijn reis.
Is er in jouw dagelijkse doen ruimte voor onverwachte vragen?
Wat doet het met je als je kind, een leerling een beroep op je doet op een ongepast moment, als hun nood je plannen doorkruist?
De blinde verwacht veel van Jezus. Hij hoopt op zijn medelijden en aandacht.
Weet jij wat je kind of je leerlingen van jou verwachten?
Misschien voel je je soms overvraagd of - wie weet - ondergewaardeerd omdat ze te weinig van je vragen. Wat doet dat met je?
Er is geen meer liefdevolle vraag mogelijk dan die van Jezus: Wat wilt u dat ik voor u doe? Hij hoort de roep om medelijden en hulp, maar vult het antwoord niet zelf in. Hij geeft de blinde ruimte en tijd om het eigen verlangen te exploreren en te verwoorden.
’Wat wil je dat Ik voor je doe?’ Probeer je zo levendig mogelijk voor te stellen dat Jezus je aankijkt en je die vraag zou stellen. Wat zou je nu antwoorden?
Wat helpt je om vanuit eenzelfde liefdevolle aandacht je kind of je leerling tegemoet te treden?
De blinde antwoordde: ’Heer, zorg dat ik weer kan zien.’
Meestal kijken we selectief. Waarvoor zou jij in je taak als opvoeder meer oog willen hebben?
Alle mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God.
Waarvoor zou jij nu willen danken?
Tot slot van deze meditatie neem ik de tijd om wat me nu bezighoudt voor God te brengen. Ik kijk naar wat is en vertrouw het Hem toe.