Wat te doen?

“Vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.” (Kol. 3, 13)
1. Ieder heeft wel ervaringen opgedaan, die zwaar op zijn maag blijven liggen. Onrecht dat ons werd aangedaan, beledigingen die nog niet geheeld zijn, relaties die op een ongelukkige manier stuk zijn gegaan, en andere soortgelijke gebeurtenissen in de loop van ons leven. Je probeert ze te vergeten, maar merkt telkens weer dat dit niet lukt. Wat je tracht te verdringen, komt soms in een akelige droom toch weer boven. Zit er nog wrok of bitterheid in mijn hart? Moet ik daarmee de dood ingaan? Wil ik sommige mensen niet aan mijn sterfbed hebben? Of wil ik niet veel liever met een sereen hart en een rustig geweten de laatste reis tegemoet gaan? Laat ik me eens eerlijk afvragen, wat ik aan onverwerkte ballast met me meedraag.

2. Kwaad ons aangedaan vergeven is heel moeilijk. Maar niet vergeven is wellicht nog moeilijker. Misschien spoken er allerlei misverstanden omtrent vergeven in mijn hoofd rond. Laten we eens een paar daarvan onder de loep nemen. *Vergeven is niet: goed praten; de zaak zo draaien, dat de ander niets verkeerds gedaan zou hebben. Dan zou er namelijk niets meer te vergeven zijn. *Vergeven is niet de ander van zijn gerechte straf ontslaan. En ook als de ander zijn straf heeft uitgeboet, staat nog altijd de vergeving open. *Vergeven is niet proberen aan het geleden onrecht niet meer aan te denken, dus het te verdringen. Wat verdrongen is, leeft in ons onderbewuste voort en vergiftigt ons, wellicht zonder dat we het bewust merken. *Echt vergeven is helemaal niet gemakkelijk of goedkoop. Wie dat denkt, weet niet waar hij of zij het over heeft. Probeer het maar eens; dan zul je merken, hoe intens moeilijk het is. Loop ik misschien met zulke misverstanden in mijn hoofd en hart rond?

3. Serieus onrecht ons aangedaan vergeven is zeer moeilijk en normalerwijze een lange weg. Je zou het kunnen vergelijken met een spiraalvormig pad. Dan kom je bij iedere ronde weer langs hetzelfde akelige punt en moet je opnieuw vergeving schenken, maar het wordt wel steeds dieper weg en daarmee ook kleiner; pas op den duur kom je uit de spiraal tevoorschijn met een bevrijd hart. Misschien geeft het uitzicht op mijn eigen dood me de kracht om nu oprecht te doen, wat ik eigenlijk al veel eerder had kunnen (en moeten?) doen. In ieder geval is het zeker de bedoeling van Jezus in het Evangelie dat we echt vergeven. Daartoe moedigt Hij ons aan en geeft Hij ons ook de kracht. Laat me daar nu eens even bij stil blijven staan.

4. Iedere keer dat we het Onze Vader bidden, zeggen we de woorden: “vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven”. Dat moge voor ons een krachtige aansporing zijn om anderen te vergeven, hoe moeilijk dat soms ook is. En toen Jezus op een flagrant onrechtvaardige wijze ter dood werd veroordeeld en aan het kruis geslagen, bad Hij heldhaftig: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen” (Lc 23, 34). En hangend aan het kruis verzekerde Hij de goede moordenaar: “vandaag nog zul je met mij in het paradijs zijn”. Wellicht is voor ons de beste plaats om anderen te vergeven, ons onder het kruis van Jezus te stellen en ons daar met zijn barmhartigheid te verenigen. Laten we nu wat tijd nemen om naar Jezus aan het kruis op te zien.