Voel mijn pijn

door Dries van den Akker sj
Ze noemen mij ‘de ongelovige’. Maar denk je mijn situatie eens in. We waren getuige geweest van de manier waarop Jezus aan zijn eind was gebracht. Zo vernederend. Zo bloederig. Zo gewelddadig en intens gemeen. En wij hadden nog wel beloofd dat we hem niet in de steek zouden laten. Ja, ik heb zelfs op een goed moment gezegd, dwaas die ik ben: ‘Nou, dan gaan we toch met zijn allen naar Jeruzalem om daar met hem te sterven.’ Daar is dus mooi helemaal niets van terecht gekomen. De schaamte, de teleurstelling, het verdriet. De andere leerlingen kropen bij elkaar. Ik had behoefte om even op mijzelf te zijn. Even alleen.
Er gingen een paar dagen overheen. Toen kwamen ze mij opzoeken. Volkomen opgewonden: ‘Hij leeft. Wij hebben hem gezien. Hij leeft. Hij stond ineens in ons midden en hij zei: “Sjalôm. Vrede!”
“Wát zei hij tegen jullie? Sjalôm? Vrede? Ja, dat had je gedroomd! Dat zou toch wel het laatste geweest zijn wat hij aan ons te zeggen had? Was hij niet kwaad? Teleurgesteld? Verdrietig? Ze hij niet: ‘Waar waren jullie nou toen ik jullie nodig had? Jullie zouden mij toch trouw blijven? Je zou toch met mij sterven?’ Zei hij dat allemaal niet? En waren er dan ineens geen littekens meer? De pijnplekken waar wij ons aandeel in hadden? Sjalôm? Vrede? Laat me niet lachen. Nee, zo gemakkelijk komen we niet van onze schuld af. Want als het waar is wat jullie zeggen - maar dat is natuurlijk niet zo... Maar veronderstel even dat het waar is - al is het te belachelijk voor woorden... Want als het waar zou zijn wat jullie zeggen, dan..., dan..., dan zou er aan ons gebeuren wat alleen van de Almachtige - gezegend zij zijn naam... wat alleen van de Almachtige wordt verteld in onze heilige boeken. Dat hij de vergeving en de genade zelve is. Maar zo is het natuurlijk niet. Laat ik je dit zeggen: “Ik geloof pas wat jullie zeggen, als ik hem met eigen ogen voor mij zie, compleet met zijn littekens, de pijnplekken die wij hem hebben aangedaan, ja, dat ik bij wijze van spreken met mijn eigen vingers die pijnplekken kan voelen en dat hij dan tegen jullie en mij zegt: ‘Sjalôm. Vrede!’ Maar zo mooi zit de wereld helaas niet mekaar.”
De wereld niet, maar onze God wel. Want amper een week later waren we weer bij elkaar, en daar wás hij. En op de manier zoals hij dat kon zei hij tegen mij: “Thomas, kom hier. Voel mijn pijnplekken. Sjalôm. Vrede! Vertel aan iedereen die het horen wil wat jullie vandaag is overkomen.”
Ik kon alleen maar stamelen: ‘Mijn Heer en mijn God.’